Archeologische Begeleiding St. Jansgildestraat 5 te Loerbeek, gemeente Montferland (GLD)

DOI

Aanleiding tot het hier beschreven archeologisch onderzoek betreft het voornemen van de heer H. Hendriks om een woning met souterrain en tuin te realiseren op de locatie van een bestaande twee- onder-één-kapwoning. De bestaande bebouwing wordt gesloopt en er wordt een bouwput aangelegd. Gezien de bodemverstorende ingrepen die hiermee gepaard gaan en de hoge archeologische waarde van het plangebied, is door de gemeente Montferland besloten een archeologische begeleiding-protocol opgraven (AB) op het plangebied te laten uitvoeren. De archeologische begeleiding-protocol opgraven is uitgevoerd conform de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. De heer H. Hendriks heeft MUG Ingenieursbureau, afdeling Archeologie, opdracht gegeven het archeologisch onderzoek uit te voeren. Het archeologische onderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.3, en de richtlijnen van het Programma van Eisen (PvE). Het onderzoeksgebied ligt aan St. Jansgildestraat 5 te Loerbeek en is in gebruik als woning. Het archeologisch te begeleiden deel heeft een oppervlakte van 60 m2. Het onderzoek concentreerde zich op de nieuwbouwlocatie ten oosten en zuidwesten van de gesloopte bebouwing. Uit eerder archeologisch onderzoek bleek dat een deel van de oorspronkelijke bodemopbouw intact is. Tevens zijn in de boringen archeologische indicatoren aangetroffen. Op basis van dit onderzoek werd aanbevolen om een vervolgonderzoek uit te voeren in de zones waar bouwactiviteiten gepland zijn, in de vorm van een archeologische begeleiding, protocol opgraven van de sloop- en graafwerkzaamheden ten behoeve van de nieuwbouw. Tijdens de begeleiding zijn drie werkputten aangelegd, werkputten 1 t/m 3.Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat zich binnen het plangebied in de top van het dekzand een klein aantal matig geconserveerde archeologische sporen bevindt. Deze sporen zijn afgedekt door een laatmiddeleeuws plaggendek, waarop een (sub-)recente bouwvoor en een moderne geroerde laag ligt. De sporen bestaan uit losse paalkuilen, een greppel en een (haard)kuil; de datering van de sporen is niet duidelijk. In het plaggendek is, naast laatmiddeleeuws aardewerk, aardewerk uit de ijzertijd en de Romeinse tijd gevonden. Ook zijn resten van metaalslakken en stukken natuursteen en basaltlava uit het plaggendek afkomstig. Indien deze vondsten van het terrein zelf afkomstig zijn en door middel van vergraving in het latere plaggendek terecht zijn gekomen, dan kunnen de archeologische sporen uit de ijzertijd en/of de Romeinse tijd dateren. Het kan echter ook zo zijn dat dit vondstmateriaal van elders is meegekomen met de plaggenbemesting en geen relatie heeft met het onderzoeksgebied.De sporen liggen in werkputten 1 en 2. Mogelijk behoren ze tot de periferie van een verder gelegen nederzettingsterrein. Indien dit het geval is, dan kan deze nederzetting zich vermoedelijk op een hoger gelegen deel van de dekzandrug bevinden, richting ‘de Berg’ dat ten oosten van het onderzoeksgebied ligt.

Date: 15/03/2014 (veldwerk)

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zwq-zh7m
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zwq-zh7m
Provenance
Creator E. Schrijer
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor T.N. Krol; MUG Ingenieursbureau BV
Publication Year 2017
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact T.N. Krol (MUG Ingenieursbureau)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 3170815; 6635; 6657; 894; 3980
Version 1.0
Discipline Humanities