Laagland Archeologie heeft in februari 2023 een bureauonderzoek, een verkennend- en karterend booronderzoek uitgevoerd op de locatie Heetveld 16 te Sint Jansklooster. De locatie met een oppervlakte van circa 3200 m2 is bebouwd met een school. Na de sloop van het schoolgebouw zullen er 8 woningen worden gebouwd. Het onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van een omgevingsvergunning.Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003. Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd. Uit dit bureauonderzoek blijkt dat de locatie een hoge archeologische verwachting heeft voor archeologische resten van landbouwsamenlevingen uit de periode Neolithicum t/m Nieuwe tijd. Daarnaast is er een middelhoge kans op archeologische resten uit de steentijd (Laat-Paleolithicum – Mesolithicum). Heetveld is gelegen op een stuwwal waar een dunne laag Pleistoceene zand aan het maaiveld ligt met daaronder een dikke laag keileem. Van nature komen podzolbodems voor waarop zich in de loop van de late middeleeuwen en Nieuwe tijd, door het opbrengen van mest en plaggen, een esdek heeft gevormd. Heetveld is oorspronkelijk een verspreidde groep boerderijen gelegen tussen akkers, weidens en heidegrond. Het schoolgebouw heeft een kruipruimte waardoor de bodem hier geroerd is.Het verkennend booronderzoek bestond uit het plaatsen van 9 verkennende boringen tot maximaal 150 cm -mv. Onder een geroerde laag van tenminste 50 cm dik zijn in de noordwestzijde van het plangebied intacte bodems aangetroffen. De boringen rondom het schoolgebouw laten over het algemeen een tot in de keileem geroerd bodemprofiel zien. De kans dat nog archeologische resten in de noordwestzijde aanwezig zijn, werd hoog geacht, derhalve is hier een karterend booronderzoek uitgevoerd. Het karterend booronderzoek heeft bestaan uit het plaatsen van 9 boringen op de noordwestelijke helft van het terrein. Het karterend booronderzoek heeft geen archeologische indicatoren opgeleverd.Het booronderzoek heeft geen aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied. Vanuit archeologisch oogpunt kan het plangebied vrijgegeven worden voor de voorziene ontwikkelingen.De implementatie van dit advies is in handen van de Gemeente Steenwijkerland.Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).