Van 14 december 2016 tot en met 16 december 2017 heeft Transect b.v. in opdracht van ROM b.v. Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd in het plangebied Madepolderweg 53. Aanleiding is de herontwikkeling van het plangebied t.b.v. woningbouw. Voorheen omvatte het plangebied glastuinbouw. Het plangebied is circa 2,71 hectare groot.De aan het proefsleuvenonderzoek voorafgaande archeologische onderzoeksfasen bestonden uit een bureauonderzoek en twee inventariserende veldonderzoeken overige (IVO-O), door middel van boringen. Op basis van deze onderzoeken is een hoge archeologische verwachting vastgesteld. Deze verwachting is gebaseerd op de landschappelijke ligging van een deel van het plangebied op een hoog zandlichaam, dat sinds de ontdekking ervan in 2002 bij het booronderzoek van RAAP Archeologisch Adviesbureau, de Madepolder-strandwal wordt genoemd (Deunhouwer 2002). In totaal zijn vier proefsleuven aangelegd, werkputten 1 t/m 4 met lengtes van circa 50 m (werkputten 1 t/m 3) en 40 cm (werkput 4) en breedtes van circa 4,5 m (archeologisch vlak, alleen werkput 2 is op een breedte van 2,8 m aangelegd, vanwege instortingsgevaar). De gezamenlijke oppervlakte van de proefsleuven is circa 670 m2 (archeologisch vlak). De proefsleuven zijn machinaal verdiept tot op de top van het strandwalzand.De bodemopbouw bestaat in de proefsleuven op hoofdlijnen uit afzettingen van de Gantel Laag op strandwalafzettingen van de Laag van Voorburg en Laag van Rijswijk. Alleen op de flanken van de strandwallen ligt tussen de top van het strandwalzand en de basis van de Gantel Laag nog Hollandveen. De top van de strandwal ligt tussen 1,0 en 0,5 m -NAP.In werkput 1 zijn twee grondsporen gedocumenteerd, te weten een greppel/kavelsloot (S.2) en een mogelijke onderkant van een paalkuiltje (S.3). De greppel/kavelsloot dateert op grond van stratigrafie en de vondst van een baksteen in de vulling uit de Nieuwe Tijd. De datering van het mogelijke paalkuiltje is onbekend. De Madepolder-strandwal vertegenwoordigt hier een datering post quem van circa 2000 voor Chr. In werkput 4 zijn vijf grondsporen gedocumenteerd (S.6 t/m S10), waarvan alleen S.7 een potentieel paalgat vertegenwoordigt. Ook deze moet van na 2000 voor Chr. dateren. Of de sporen daadwerkelijk antropogeen zijn, was niet met zekerheid vast te stellen. Het betreft de onderkanten van mogelijke paalsporen. De bovenste delen zijn met de top van de strandwal tijdens de Gantel-fase (eerste millennium voor Chr.) verspoeld. De kwaliteit van de sporen kan derhalve als laag worden gekwalificeerd. De akkerlaag (S.1850) is wel goed geconserveerd.Op de zuidflank van de strandwal in werkput 1 is tussen 0,9 en 1,1 m -NAP een akkerlaag aangetroffen. De akkerlaag bestaat uit een (donker)grijze, matig stevige, sterk siltige kleilaag met houtskoolbrokjes. Het vertoont een regelmatig patroon van gebogen zandlensjes die door een keerploeg kunnen zijn veroorzaakt. Gezien de ligging aan de basis van de Gantel Laag en direct op het Hollandveen, wordt een datering in het begin van het eerste millennium voor Christus verondersteld. Ter hoogte van de top van de strandwal in werkput 1 zijn in de overgangszone van de top van het strandwalzand en de basis van de Gantel Laag, op een diepte van circa 0,75 m -NAP en over een traject van niet meer dan 10 m, 23 stuks aardewerkfragmenten gevonden. Ook zijn in dit traject meerdere houtskoolbrokjes aangetroffen. Het aardewerk is handgevormd en kan in de IJzertijd-Romeinse tijd worden gedateerd. De aardewerkfragmenten zijn op de breukvlakken sterk afgerond. De meeste fragmenten zijn gemagerd met chamotte, een enkele scherf lijkt met schelpgruis en zand te zijn gemagerd. Het aardewerk heeft wanddiktes van 3 tot 6 mm. Onder het aardewerk bevinden zich twee kleine randfragmenten.Naast het aardewerk is in werkput 4 een vuursteenafslag gevonden. Deze is aangetroffen in de top van de strandwal op een diepte van circa 1,3 m -NAP. Het betreft een geïsoleerde vondst, zonder verdere archeologische context. De afslag betreft een klingachtig fragment, dat proximaal is gebroken. De lengte is 21 mm en de breedte 14 mm. De afslag vertoont aan de randen enige scalaire gebruiksretouche. Verder is in werkput 1, ter hoogte van en op hetzelfde niveau als het aardewerk, een sintel aangetroffen.Uit de aftopping van de strandwal in werkputten 1 en 3 én het feit dat in het vlak het strandwalzand hier op de hoogste delen kalkrijk is, kan worden geconcludeerd dat een substantieel deel van de strandwal en hiermee ook een aanzienlijk deel van het archeologisch bodemarchief is geërodeerd. Dit blijkt ook uit de als mogelijk antropogeen aangemerkte sporen, waarvan alleen de bases zijn teruggevonden. Alleen de akkerlaag lijkt goed geconserveerd te zijn. De vuursteenafslag in werkput 4 is verder zonder enige archeologische context gevonden. Op basis van de KNA-waarderingssystematiek wordt de vindplaats c.q. de vindplaatsen dan ook niet behoudenswaardig geacht. Eventuele cultuurlagen en grondsporen zijn tijdens de Gantel-fase (eerste millennium voor Christus) waarschijnlijk door de hoge ligging van de strandwal en hiermee van de er op gelegen archeologische waarden, verspoeld.
