Samenvatting In opdracht van IV-Infra b.v. heeft ArGeoBoor een verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd op langs een deel van de N217 (Kwakscheweg) te Oud-Beijerland. De aanleiding van het onderzoek is de verbreding van de N217. Het onderzoek is een vervolg op een reeds uitgevoerd bureauonderzoek. Hierin is de volgende gespecificeerde verwachting opgesteld: Omdat vermoedelijk een getijdegeul actief is geweest in het plangebied en de depositie van mariene zanden gepaard ging met erosie van oudere bodemlagen geldt een lage archeologische verwachting wat betreft archeologische waarden in de top van het Hollandveen uit de IJzertijd en de Romeinse tijd en voor archeologische waarden in de oeverzone van de Maas uit de Romeinse tijd en de Middeleeuwen. In de bovengrond kunnen nog archeologische waarden uit de periode na 1557 n. Chr. verwacht worden. Het betreft hier mogelijk voorgangers van de huidige Kwakscheweg en evt. resten van een brug of een voorde over de Oud-Beijerlandsche Kreek en de voormalige kreek ter hoogte van de huidige Polderlaan. Eventueel zijn langs de Kwakscheweg nog resten van bewoning uit de Nieuwe tijd aanwezig. Tijdens het verkennende en karterende booronderzoek is ten noorden van de N217 een boorraai gezet, bestaande uit zeven boringen met een onderlinge afstand van 35 m. De ondergrond bestaat uit mariene zanden van het Laagpakket van Walcheren van de Formatie van Naaldwijk. Dit is een waarschijnlijk een grote zandplaat aan de monding van een getijdengeul geweest. Boven het zandpakket zijn in het westen en het oosten van het plangebied restgeulvullingen gevonden van de Oud-Beijerlandsche Kreek en een fossiele kreek, Polderlaankreek genaamd. In de bovengrond is tot 85 a 100 cm –mv omgewerkte grond aangetroffen. Waarschijnlijk bestaat de basis van dit pakket uit de berm of de onderkant van een wegdek uit de Nieuwe tijd. De top van het omgewerkte pakket is een recente bouwvoor. Tijdens het booronderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Waarschijnlijk is in het plangebied in de Nieuwe tijd geen bewoning geweest of is het archeologische niveau uit de Nieuwe tijd verstoord geraakt door de aanleg van de N217. Daarom worden in het plangebied daarom geen intacte archeologische waarden verwacht. ArGeoBoor adviseert om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Ondanks dat het onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd, kan op basis van de aard van de onderzoeksmethode niet worden uitgesloten dat tijdens graafwerkzaamheden alsnog archeologisch resten worden aangetroffen. ArGeoBoor wijst erop dat men bij bodem verstorende activiteiten verplicht is om eventuele vondsten en grondsporen te melden bij de Minister van OCW conform artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de gemeente Oud-Beijerland.