ADC ArcheoProjecten heeft een bureauonderzoek onderzoek uitgevoerd van de locatie Boerenhoekstraat, Burgemeester van Campenhoutstraat e.o.te Made, gemeente Drimmelen. Aanleiding is de voorgenomen aanleg van een dubbel rioleringsysteem waarbij de bodem zal worden verstoord tot 4 meter onder het huidige maaiveld. Voor het plangebied is een bureauonderzoek uitgevoerd om tot een gespecificeerde archeologische verwachting te komen. Het plangebied ligt op terrasafzettingswelvingen, op de noordrand van een lage dekzandrug met laarpodzolgronden en gooreerdgronden. Het plangebied ligt aan de rand van de historische kern van Made. In ieder geval vanaf de zeventiende eeuw stonden er diverse boerderijen/huizen in het plangebied, met name in het noordelijk deel van het plangebied langs de Boerenhoekstraat. Op de kadastrale minuut uit 1811-1832 is ook bebouwing te zien langs de Burg. Van Campenhoutstraat. Volgens de kaart van historische landschapselementen West-Brabant ligt het plangebied in een zone die al voor 1500 in gebruik was als bouwland en/of grasland. Paleogeografische kaarten geven aan dat het plangebied deels of geheel bedekt is met veen in de Ijzertijd tot en met de Late Middeleeuwen. In de nabije omgeving van het plangebied (in een straal van 1 km) zijn twee vindplaatsen bekend die wijzen op kleinschalige ontginningen en agrarische activiteit in de Late Middeleeuwen en meer waarschijnlijk, de Nieuwe tijd. Er zijn in de nabije omgeving nog geen sporen van huisplaatsen aangetroffen. De grondsporen zijn voor het grootste deel aangetroffen in de top van het dekzand (top C-horizont of restant podzolbodem) onder een humeus (plaggen)dek. In de wijdere omgeving zijn huisplattegronden uit de periode Bronstijd tot de Romeinse tijd gevonden, voor het grootste deel op de hogere delen van dekzandruggen op een hoogte van ca. 2,5 tot 4 m +NAP. Aangezien onderhavig plangebied relatief laag ligt, op 1,3 tot 2,2 m +NAP, is de kans op dergelijke vindplaatsen minder groot vanwege de nattere omstandigheden. De archeologische verwachting voor onderhavig plangebied kan vooral worden gekoppeld aan oude bebouwing (volgens historische kaarten) en de hiermee samenhangende ontwikkeling van een nederzetting in de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Op basis van de ligging langs oude wegen met bebouwing (zeventiende eeuw of ouder) en de ligging aan de rand van de historische kern van Made geldt een middelhoge verwachting voor resten uit de Nieuwe tijd. Door grondbewerking, vervening, en vergravingen in met name de Nieuwe tijd kunnen de bodem en eventuele bewoningssporen zijn verstoord. Ter plaatse van de wegen wordt een omgewerkte en mogelijk deels opgehoogde laag verwacht over een breedte van ca. 8 m en met een dikte van ca. 1,5 tot 3 m onder maaiveld. Ook direct langs de bestaande wegen kunnen bodemverstoringen worden verwacht in verband met leidingen en kabels.
Een Bureauonderzoek