In 1936 moest deze meubelmaker opkomen voor zijn militaire dienstplicht, die slechts 5 maanden duurde. In 1939 werd hij weer teruggeroepen, voor de Algehele Mobilisatie. In de meidagen van 1940 bleek het Nederlandse leger met zijn verouderde materieel geen schijn van kans te maken. Centraal in dit verhaal staat de mobilisatie; het soldatenleven in de koude winter van 1939-1940. Ook de periode in Duitse krijgsgevangenschap komt aan de orde, die voor deze man twee volle jaren heeft geduurd en die hij doorbracht in een kamp te Herzberg am Harz bij Göttingen.