Waterschap Vallei en Eem is voornemens een perceel tussen de Dwarsweg en de A30 in de gemeente Ede (provincie Gelderland) te herontwikkelen. De aanleg van de installatie die op het perceel gebouwd zal worden kan een verstorende invloed hebben op eventueel in de bodem aanwezig archeologisch vondstmateriaal. Hiertoe is conform gemeentelijk beleid, voorafgaand aan de werkzaamheden, archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. heeft opdracht gekregen tot het uitvoeren van dit onderzoek, dat volgens het traject van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ, toegelicht in bijlage 2) zal bestaan uit een bureauonderzoek gevolgd door een inventariserend veldonderzoek, in dit geval in de vorm van boringen (karterende fase). Met name op basis van geomorfologische kenmerken kan het plangebied gedeeltelijk een middelhoge (noord) en gedeeltelijk een lage (zuid) archeologische verwachting worden toegekend. Het aan deze verwachtingwaardes gekoppelde beleid van de gemeente Ede stelt dat voor plangebieden binnen zones met een middeloge verwachting bij de vergunningaanvraag (afhankelijk van de verstoringsdiepte en omvang van de verstoring) vroegtijdig archeologisch onderzoek (inventariserend veldonderzoek) wordt verricht. Voor gebieden met een lage verwachting wordt behoud niet nagestreefd en hoeft (dus) geen archeologisch vooronderzoek plaats te vinden. Het booronderzoek heeft dit onderscheid in een (oorspronkelijk) lager gelegen zone in het zuiden en een hoger gelegen zone (dekzandwelvingen) in het noorden kunnen aantonen. Op basis van het ontbreken van duidelijke aanwijzingen voor de aanwezigheid van een vindplaats in de vorm van archeologische indicatoren kan echter ook aan het noordelijke deel toch een lage verwachting worden toegekend. Geadviseerd wordt het plangebied vrij te geven voor wat betreft archeologie en de middelhoge verwachtingswaarde voor het noordelijk deel van het plangebied naar beneden toe bij te stellen.