Het Herinrichtingsgebied kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan terug tot het laat-paleolitcum. In deze periode, tussen circa 12500 en 8800 voor Christus, trokken sporadisch jagers- en verzamelaarsgroepen door het gebied om de daar aanwezige voedselbronnen te benutten. Twee culturen hebben hun karakteristieke vuurstenen werktuigen achtergelaten op dekzandverhogingen in de Hunzevlakte. De eerste en oudste behoren tot de Federmesser- of Tjonger-cultuur (c. 11800 - 10800 v. CHr.). De vindplaats HS-5 moeten we op basis van de gevonden vuurstenen pijlpunten toewijzen aan de Ahrensburg-cultuur (c. 9800 - 8800 v. Chr.). In Noord-Nederland kennen we slechts een paar vindplaatsen uit deze periode waardoor het terrein een zeer hoge archeologische waarde heeft. Verdere aantasting c.q. aftopping van het bodemprofiel is ongewenst, behoud van het reliëf met de archeologische resten verdient de voorkeur.Nederzettingsresten uit het mesolithicum (c. 8800 - 4900 v. Chr.) vinden we vrijwel overal in het herverkavelingsblok. Veel van deze resten zijn sinds het verdwijnen van het afdekkkende, conserverende veenpakket al ten prooi gevallen aan allerlei ingrepen in het landschap. Door de ligging aan het huidige oppervlak zijn de resten aan voortschrijdende erosie onderhevig. Wanneer de conditie van het bodemprofiel in de categoriën gaaf en licht aangetast valt, dan mogen herinrichtingswerken geen bedreiging voor deze terreinen van hoge archeologische waarde vormen. In het geval van geplande grondwerkzaamheden op terreinen met een matig tot sterk aangetast bodemprofiel moet ruimte worden geboden voor archeologisch onderzoek.
Date: 1997