Deze Indische man werd al snel na de Japanse inval op Java in 1942 als krijgsgevangene naar Ceram verscheept, waar hij moest werken voor de Japanse bezetter. Hij werd ziek van uitputting en niet lang daarna naar Soerabaja gebracht, van waar hij naar het tiende Bat-kamp te Batavia vervoerd werd. De jongere krijgsgevangenen vormden kongsi's, wat hen iets minder kwetsbaar maakte. Halverwege 1944 werd hij overgeplaatst naar kampong Makassar, waar hij groente moest verbouwen. Januari 1945 volgde een transport naar Singapore, en van daar naar Saigon, waar hij barakken moest bouwen bij een vliegveld. In augustus werden ze in een overvolle trein vervoerd naar Saigon: Japan bleek verslagen te zijn. Ze moesten in hun kamp blijven, bij de haven. De Vietnamezen waren eerst gastvrij, maar de sfeer werd al snel grimmiger. Het was duidelijk dat de Vietnamezen de Europeanen - en dan met name de Fransen - zo snel mogelijk kwijt wilden.