Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de herinrichting van Naaldwijkseweg 203 te ‘s Gravenzande, gemeente Westland

DOI

Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie heeft in opdracht van KuiperCompagnons een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor een plangebied aan de Naaldwijkseweg in ’s Gravenzande, gemeente Westland. Het plangebied bestaat uit twee delen. In totaal gaat het om 1,4 ha.

Het noordelijke plangebied is gelegen aan de Naaldwijkseweg 197a en beslaat ca. 1,3 ha. Momenteel is het gebied in gebruik voor de glastuinbouw en zijn er kassen aanwezig. Daarnaast is er sprake van bebouwing aan de noordzijde van het plangebied. Initiatiefnemer is voornemens de bestaande opstallen (kassen) te slopen, en daarna nieuwbouw te realiseren van een twee nieuwe bedrijfshallen met kantoorruimte. Een impressie van de geplande herinrichting is te zien in afbeelding 2. De bebouwing aan de Naaldwijkseweg 197a wordt behouden, enkel de bestemming wordt gewijzigd naar wonen i.p.v. bedrijfswoning. Naast deze kavel wordt een nieuwe kavel gerealiseerd. Deze nieuwe kavel zal bebouwd worden met een nieuw woonhuis. Ten zuiden daarvan wordt een nieuwe bedrijfskavel ingericht met een parkeerplaats en de hierboven reeds genoemde hallen en kantoorgebouw.

Het zuidelijke deel van het plangebied is gelegen aan de Naaldwijkseweg 203 en beslaat ca. 0,1 ha. Voor dit deel van het plangebied wordt enkel een herbestemming aangevraagd op dit moment. Hier zijn nog geen werkzaamheden gepland.

Op basis van de landschappelijke en historische ligging zijn er potentieel twee archeologische niveaus van belang binnen het plangebied. Direct onder maaiveld kunnen resten aanwezig zijn van landgebruik vanaf de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd. Het plangebied is grotendeels gelegen op de weilanden en boomgaard behorend bij de buitenplaats Stellendijk. In de zuidoostelijke hoek van het noordelijke deel van het plangebied kan mogelijk nog resten van bebouwing verwacht worden behorend bij de buitenplaats, zoals blijkt uit de kadastrale minuutplan. Hieronder worden de afzettingen van het Laagpakket van Poeldijk verwacht. Hierop kunnen resten uit de Middeleeuwen voorkomen. Vermoedelijk hebben de afzettingen van dit laagpakket de afzettingen uit vroegere perioden (zoals het Hollandveen, Gantel-afzettingen en de Oer-Gaag) verspoeld of afgedekt. Op basis van boorgegevens uit de omgeving zullen de oudere afzettingen, als ze nog aanwezig zijn, dieper dan 5 m onder maaiveld gelegen zijn. Op basis van het bureauonderzoek kan dit echter niet vastgesteld worden en moet mogelijk nog rekening worden gehouden met de aanwezigheid van deze afzettingen en bijbehorende bewoning. Indien er een zandopduiking (Laag van Ypenburg) binnen het plangebied aanwezig is, kunnen hierop mogelijk nog resten uit alle perioden aanwezig zijn. Vanuit het bureauonderzoek kan niet uitgesloten worden of binnen het plangebied mogelijk een zandopduiking aanwezig is. Door de ligging van het plangebied in en nabij een grote getijdengeul zal een mogelijk relevant prehistorisch landschap reeds verspoeld zijn in latere perioden. Voor de periode prehistorie tot de Middeleeuwen geldt daarmee een lage archeologische verwachting.

Advies Voor het plangebied geldt een lage verwachting voor het aantreffen van resten van bewoning vanaf het Neolithicum tot de Middeleeuwen. Deze zal binnen het plangebied aanwezig zijn indien er sprake is van een zandopduiking (Laag van Ypenburg) of intacte afzettingen van het Hollandveen, Gantel of Oer-Gaag. Voor resten vanaf de Middeleeuwen geldt een middelhoge verwachting, indien de top van het laagpakket van Poeldijk intact aanwezig is of er aanwijzingen zijn voor een huisterp. Deze worden binnen 1 meter onder maaiveld verwacht. Resten van landgebruik en mogelijk bebouwing uit de late Middeleeuwen / Nieuwe tijd worden verwacht op basis van de historische kaarten. Deze kunnen direct onder het huidige maaiveld aanwezig zijn.

Ter hoogte van de bebouwing aan de Naaldwijkseweg 197a is enkel sprake van een herbestemming. Dit geldt ook voor het zuidelijke deel van het plangebied. Voor zover bekend zullen op deze locaties geen werkzaamheden plaatsvinden. Op basis van het uitgevoerde bureauonderzoek blijft de dubbelbestemming archeologie van kracht, maar met een aangepaste vrijstellingsgrens vanwege de lage archeologische verwachting. Indien hier in de toekomst ingrepen groter dan 1000 m2 en dieper dan 50 cm -mv gaan plaatsvinden wordt geadviseerd om archeologisch verkennend booronderzoek uit te voeren om de bodemopbouw in kaart te brengen.

Aan de Naaldwijkseweg tussen 197a en 199 wordt een nieuwe woonkavel gerealiseerd. Ten zuiden hiervan wordt een nieuw bedrijfsterrein gerealiseerd. Momenteel is niet bekend hoe deze nieuwbouw wordt aangelegd of gefundeerd. Ook voor deze zone blijft de dubbelbestemming archeologie van toepassing met een aangepast vrijstellingsgrens. Indien werkzaamheden plaatsvinden op een oppervlakte van 1000 m2 en dieper dan 50 cm wordt geadviseerd om een verkennend booronderzoek uit te voeren om de mogelijk e verstoringen en de bodemopbouw in kaart te brengen.

Een uitzondering daarop is het zuidoostelijke punt van het terrein. Hier wordt op basis van de historische kaarten mogelijk resten van de buitenplaats Stellendijk verwacht op basis van de kadastrale minuutplan en de topografische kaart van 1850. Resten van bebouwing kunnen niet in kaart worden gebracht door middel van een booronderzoek. Momenteel is het deel verhard en zijn hier geen werkzaamheden gepland. Indien hier in de toekomst wel graafwerkzaamheden gaan plaatsvinden wordt geadviseerd om deze te vooraf te onderzoekenmiddels een proefsleuvenonderzoek of archeologisch te begeleiden. Dit wordt geadviseerd voor alle graafwerkzaamheden die een groter oppervlak dan 50 m2 beslaan en dieper gaan dan 30 cm. . De resten van de historische bebouwing kunnen direct onder maaiveld aanwezig zijn.

Het bevoegd gezag, de gemeente Westland, dient eerst over het advies in dit rapport een besluit te nemen. Wanneer het bevoegd gezag besluit dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk is en het plangebied wordt vrijgegeven voor de voorgenomen ontwikkelingen, blijft de meldingsplicht archeologische toevalsvondst of waarneming van kracht (Erfgoedwet, artikel 5.10 Archeologische toevalsvondst). Aangezien het nooit volledig is uit te sluiten dat tijdens eventueel grondverzet een archeologische ‘toevalsvondst’ wordt gedaan, is het wenselijk de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht om hiervan zo spoedig mogelijk melding te doen bij het bevoegd gezag, de gemeente Westland, en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/3NTCJW
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/3NTCJW
Provenance
Creator Beukelaar - van Gulik, T.; Puijenbroek, F.P.J. van; Hessing, W.A.M.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor Beukelaar - van Gulik, T; T. Beukelaar - van Gulik
Publication Year 2023
Rights CC-BY-SA-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0
OpenAccess true
Contact Beukelaar - van Gulik, T (Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie)
Representation
Resource Type Text; Dataset
Format application/pdf
Size 9935819
Version 1.0
Discipline Humanities
Spatial Coverage Amersfoort