Op 4 oktober 2018 heeft Archol in opdracht van Beryllus Gamma De Bilt bv een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven uitgevoerd aan de Utrechtseweg 340 te De Bilt. Beryllus Gamma De Bilt bv is voornemens dit plangebied op korte termijn te ontwikkelen. De locatie heeft nu de bestemming kantoor en er staat een leegstaand kantoorpand. Er ligt een bestemmingsplanwijziging voor om de bestemming om te zetten naar wonen. Binnen het plangebied worden een tweekapper, vijf vrijstaande woningen en een villa met daarin vijf appartementen gerealiseerd. De geplande herontwikkeling kan leiden tot beschadiging of vernietiging van de eventueel in de ondergrond aanwezige archeologische resten. Een archeologisch bureauonderzoek van KSP Archeologie begin 2018 heeft immers uitgewezen dat voor het plangebied een hoge verwachting geldt voor het aantreffen van archeologische resten uit de late middeleeuwen en Nieuwe tijd.Hierbij dient opgemerkt te worden dat het terrein grotendeels is verstoord door bebouwing vanaf de jaren ’70 van de 20e eeuw. De hoge verwachting geldt daarom alleen voor het zuidelijk deel van het plangebied, dat onbebouwd is gebleven in de vorige eeuw. Hier worden de tweekapper en de kleinschalige appartementenvilla ontwikkeld. Het onderzoeksgebied betreft alleen deze delen die nu nog niet bebouwd zijn, maar wel bebouwd gaan worden. Dit betreft in totaal ca. 300 m2, direct ten zuiden van het leegstaande kantoorpand. Het deel van het plangebied met de bestemming Tuin wordt niet verstoord.Doel van het proefsleuvenonderzoek was het toetsen van de gespecificeerde verwachting voor het plangebied en met name het zuidelijke deel: het onderzoeksgebied. Het onderzoek had zowel een karterend- als een waarderend karakter. Het onderzoek had in eerste instantie als doel vast te stellen in hoeverre de bodem verstoord is en of er zich in de bodem archeologische waarden bevinden. Verspreid over het onderzoeksgebied zijn twee proefsleuven zuidwest-noordoost aangelegd: een van 8,7 x ca. 3,0 m en een van 2,0 x 1,3 m. Dit resulteert in een oppervlakte van 27,2 m2, ca. 9 % van het onderzoeksgebied. Ofschoon dit percentage – ten gevolge van kabels, leidingen in de ondergrond en een overhangend dak – lager is dan de beoogde 14% uit het Programma van Eisen, geven de proefsleuven toch een representatief beeld van het onderzoeksgebied. Afgezien van een verkavelingssloot met enkele afvalresten uit de Nieuwe tijd (met name 18e-19e eeuw) zijn tijdens het onderzoek geen archeologische resten aangetroffen. Verder archeologisch onderzoek wordt hier dan ook niet zinvol geacht. Geadviseerd wordt het gebied vrij te geven voor de beoogde ontwikkeling.