In opdracht van Hardeman Bouwbedrijf BV heeft Transect b.v. in juli 2017 een archeologisch proefsleuvenonderzoek met een gedeeltelijke doorstart naar een opgraving uitgevoerd in een plangebied aan de Molenweg 9 te Achterberg (gemeente Rhenen). De aanleiding voor het onderzoek vormde de nieuwbouwplannen van enkele woningen. Drie werkputten zijn aangelegd in de proefsleuvenfase en werkputten 4 en 5 tijdens de opgravingsfase. Vlakdekkend onderzoek in het plangebied heeft bij gebrek aan behoudenswaardige archeologische restanten verder niet plaatsgevonden.In de vijf werkputten zijn paalkuilen, kuilen, twee poeren, een restant muurwerk en een schoep gevonden, naast natuurlijke en recente verstoringen. De paalkuilen zijn voornamelijk gedateerd in de Nieuwe tijd op basis van uiterlijke kenmerken in de coupes (scherpe spoorcontouren en donker van kleur), maar een klein aantal (ca. vijf van de 24) dateert mogelijk in de Middeleeuwen. Deze datering is echter speculatief en ook gebaseerd op uiterlijke kenmerken in de coupes (vagere spoorcontouren en lichter van kleur). In de paalkuilen werd geen duidelijke gebouwstructuur herkend, waarmee geen sprake lijkt te zijn van een nederzetting in het plangebied; indien aanwezig zal deze zich buiten de grenzen van het plangebied bevinden. Vier van de twaalf kuilen werden gecoupeerd, waaruit bleek dat een kuil dateert in de Vroege-Middeleeuwen, een kuil in de Late-Middeleeuwen en twee kuilen vermoedelijk in de Nieuwe tijd. De functie van de opgegraven kuilen is niet met zekerheid te duiden op basis van het onderzoek; echter de dateringen ondersteunen het feit dat het plangebied vanaf de Vroege-Middeleeuwen in gebruik is geweest.De twee poeren (sporen 3 en 4) zijn gerelateerd aan bebouwing die vanaf de jaren '50 aanwezig was in het plangebied in de vorm van opstallen. Een schoep is gevonden (spoor 31) die gerelateerd kon worden aan de mechanische malerij die in het plangebied tussen 1945 en 1970 heeft gestaan. Een restant muurwerk (spoor 39), dat vanaf het maaiveld aanwezig was en bestaat uit machinaal vervaardigde bakstenen, kon niet gerelateerd worden aan bebouwing op historisch kaartmateriaal, waarmee wordt gedacht dat dit behoort tot de schuur van de aannemer die in het plangebied in de jaren '70 is gebouwd. Samenvattend betreft het sporen die recent zijn en daarmee geen archeologische waarde hebben.Het vondstmateriaal laat zien dat het plangebied mogelijk vanaf de IJzertijd in gebruik is geweest - alhoewel het slechts één scherf betreft die is aangetroffen in de bouwvoor -, maar in ieder geval vanaf de Vroege-Middeleeuwen en dat sinds die tijd het plangebied (min of meer) continu in gebruik is geweest tot aan heden. Restanten van de molen Crescendo zijn niet (meer) aanwezig in het plangebied. De verwachting uit het vooronderzoek op restanten uit het Laat-Paleolithicum t/m de Bronstijd en de Romeinse tijd kon niet worden bevestigd; die uit de IJzertijd nauwelijks (slechts een scherf in de bouwvoor), maar die uit de Middeleeuwen t/m Nieuwe tijd wel. Voor wat betreft de verwachte archeologie ten aanzien van de molen Crescendo kon de verwachting eveneens niet bevestigd worden.