In opdracht van de heer van Driel heeft RAAP op 12 april 2017 een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd te Lent. Het doel van het onderzoek is ten eerste het verder toetsen van de archeologische verwachting in het plangebied, zoals voortgekomen vanuit het gemeentelijk beleid en eerder uitgevoerde onderzoeken in de directe omgeving in het Lentseveld en ten tweede het waarderen van eventueel aanwezige archeologische resten die door de toekomstige bodemingrepen worden bedreigd.Tijdens het onderzoek is één noordoost-zuidwest georiënteerde proefsleuf aangelegd met een lengte van 30 m en een breedte van 5 m (ca. 20% van de oppervlakte van het perceel). Hierbij zijn twee vlakken aangelegd.Binnen het plangebied is geconstateerd dat de aanwezige oeverpakketten een lichte daling kennen, die mogelijk de aanzet van een geul in het noorden vormt. In de lager gelegen oeverafzettingen (S1040-3) is een lage dichtheid aan handgevormd aardewerk, huttenleem, botmateriaal en houtskool aanwezig. De laagte is in een latere periode opgevuld met schone oeverklei (S1050-1052). Hierin zijn geen vondsten of indicatoren waargenomen. Het bovenstaande lagenpakket wordt afgedekt door een laatmiddeleeuwse akkerlaag, een recente bouwvoor en een recente ophogingslaag.Binnen het plangebied zijn geen archeologische grondsporen aangetroffen. Wel zijn er vondsten uit de periode late bronstijd – ijzertijd uit de mogelijke aanzet van een geul en middeleeuwse vondsten uit afdekkende akkerlagen aanwezig.