Tijdens het booronderzoek is de verwachte podzolbodem niet waargenomen. Gezien de kleur van het dekzand heeft het plangebied te laag gelegen om het proces van podzolisatie op gang te brengen. In een deel van de boringen is een duidelijke vermenging van het ophoogdek met het dekzand waargenomen.Vuursteenvindplaatsen van jagers-verzamelaars bestaan voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen en ondiepe grondsporen, zoals haardkuilen, in de oorspronkelijke bovengrond. Aangezien het plangebied relatief laag is gelegen kan de middelhoge verwachting uit het bureauonderzoek voor vuursteenvindplaatsen van jagers-verzamelaars uit het Laat-Paleolithicum tot en met Mesolithicum naar laag worden bijgesteld. Daarnaast zijn er geen indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid een vindplaats. Bovendien is op enkele plaatsen ook duidelijk dat de bovengrond vermengd is met de ondergrond, waardoor de veelal ondiepe sporen uit deze tijd zullen zijn verdwenen.Nederzettingsresten uit het Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Deze sporen kunnen tot in de C-horizont reiken en zijn mogelijk nog intact. Tijdens het booronderzoek zijn echter geen archeologische resten of indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid een vindplaats uit deze periode. Bovendien geldt ook hier dat het plangebied relatief laag in het landschap zal hebben gelegen. Daarom kan de middelhoge verwachting uit het bureauonderzoek om archeologische resten uit de perioden Neolithicum tot en met de Vroege-Middeleeuwen aan te treffen voor het plangebied naar laag worden bijgesteld. Er zijn geen aanwijzingen om de lage verwachting voor de periode Late-Middeleeuwen tot Nieuwe tijd bij te stellen.
Issued: 2016-11-17