Inleiding
In opdracht van Rho Adviseurs heeft RAAP in juli 2023 een archeologisch vooronderzoek in de vorm
van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd
voor het plangebied Wijngaardplein te Eindhoven. Het onderzoek vond plaats in het kader van een
nieuw bestemmingsplan, in het kader van de bouw van een winkelcentrum en woningen.
Resultaten
Het plangebied ligt in het Brabantse dekzandgebied, ongeveer 600 m ten westen van het beekdal van
de Dommel. Vanwege de ligging in de bebouwde kom is het plangebied niet gekarteerd op de
geomorfologische kaart. Op basis van wel gekarteerde zones in het noorden en noordoosten en op
basis van de kaart van het fysische landschap van de gemeente Eindhoven, wordt echter vermoed dat
het gebied op dekzandwelvingen een dekzandvlakte of een dekzandrug ligt.
Ook op de bodemkaart is het gebied niet gekarteerd, maar in het dekzand worden podzolgronden en/of
hoge (bruine) enkeerdgronden verwacht. Het booronderzoek heeft uitgewezen dat de bodem in het hele
plangebied tot wel 2 m diep is verstoord.
In het plangebied bevinden zich geen archeologische vindplaatsen of monumenten, en in de directe
omgeving daarvan ook niet. De meeste vindplaatsen bevinden zich ten oosten van het plangebied, in of
nabij het Dommeldal. Ongeveer 800 m ten noordoosten van het plangebied bevindt zich daar een
archeologisch monument (“Heestakker”), waarbij het gaat om een terrein met bewoningsresten uit het
neolithicum, ijzertijd, Romeinse tijd en late middeleeuwen. Bij de overige vindplaatsen nabij het dal
betreft het om resten van bewoning uit diverse perioden: midden paleolithicum, mesolithicum,
neolithicum, ijzertijd, Romeinse tijd en de middeleeuwen. Een bijzondere vondst is een depot uit de
Romeinse tijd: een kan met ca. 100 munten. Ongeveer 600 m ten noorden van het plangebied wijst
aardewerk uit de Romeinse tijd en late middeleeuwen op bewoning in die perioden. Tenslotte, zijn er
ca. 650 m ten westen van het plangebied een klein aantal scherven uit de bronstijd gevonden.
Al met al, wijzen deze gegevens op een continue bewoning vanaf het paleolithicum van de hogere
zandgronden langs het Dommeldal.
Voor zover bekend, is er in het plangebied geen sprake van een gradiëntzone. Derhalve geldt er een
lage verwachting voor vindplaatsen (kampementen) van jager-verzamelaars.
Het is niet bekend wat voor een bodem zich in het plangebied bevindt maar een hoge enkeergrond
(plaggendek) en of een podzol, beide in lemig fijn dekzand, kunnen verwacht worden. Op basis daarvan
geldt er een hoge verwachting voor vindplaatsen van landbouwers. Daarbij gaat het om resten van
bewoning, begraving, infrastructuur en landbouw. Meer specifiek, kunnen er resten van een militair
kampement uit 1748 (nieuwe tijd) aanwezig zijn. Dergelijke resten kunnen bestaan uit grondsporen in
de vorm van paalkuiltjes (van tenten), afvalkuilen, latrinekuilen, haardplaatsen, misschien begravingen,
en vooral allerhande afval (etensresten, aardewerk, objecten van metaal, wapens, kogels, etc.).
Advies
Vanwege de zwaar en diep verstoorde bodem worden er geen archeologische resten meer verwacht,
en wordt verder onderzoek niet zinvol geacht. Er wordt geadviseerd om het volledige plangebied vrij te
geven voor ontwikkeling. De dubbelbestemming Waarde-Archeologie hoeft in het nieuwe
bestemmingsplan niet opgenomen worden binnen de contouren van het plangebied.