In november 2022 heeft een archeologische begeleiding plaatsgevonden op de locatie Prinsenhof 3. De reden voor deze begeleiding was de sloop van de funderingen van het voormalige gebouw. Gezien de hoge archeologische verwachting voor deze locatie, en het feit dat de impact van de bouwwerken in de jaren 80 van vorige eeuw niet geheel duidelijk waren, is een archeologische begeleiding voorgeschreven voor deze werken. Op basis van de historische gegevens is geweten dat de stadsversterking van Arnhem schuin door het plangebied loopt. Verder lag het voormalige Hof van Gelre ook gedeeltelijk binnen het plangebied. Deze twee belangrijke relicten zijn mede de aanleiding voor het uitvoeren van deze begeleiding. Verspreid over twee werkdagen kon het vrijleggen van de te slopen funderingen archeologisch begeleid worden. Tijdens de begeleiding kon vastgesteld worden dat een groot deel van het bodemarchief reeds verstoord was tijdens de bouw van het Prinsenhof 3. Toch kon op verstoringsdiepte een archeologisch relevant niveau geregistreerd worden. Tussen de verstoringen door konden enkele grondsporen en twee muurresten herkend worden. De grondsporen bestaan uit ophogingslagen, puinkuilen en een beerkuil die allen in de 17e-18e eeuw kunnen gedateerd worden. Het meest in het oog springende spoor was een beerkuil (S1006) die gedeeltelijk binnen het onderzoeksgebied lag. Deze kuil leverde een rijk vondstenensemble op dat tussen 1650 en 1700 kan gedateerd worden. Bij het aardewerk, metaal en dierlijk bot zijn wel aanwijzingen voor een meer rijke context die mogelijk gelinkt kan worden aan het Hof van Gelre. Op basis van het onderzoek kan de volgende archeologische verwachting opgesteld worden: er zijn mogelijk sporen/ophogingslagen vanaf een diepte van 12,30 m +NAP te verwachten. De meeste sporen die nu aangetroffen zijn, werden op een diepte van circa 11,50 m +NAP aangesneden. Op basis van de veldgegevens en de gegevens van aanpalende opgravingen kunnen sporen uit de nieuwe tijd, late middeleeuwen en mogelijk ook uit de prestedelijke periode verwacht worden. In het zuidelijke deel van het terrein kunnen sporen van de stadsversterking verwacht worden. Bij een eventueel toekomstig bouwplan moet dus zeker met eventueel archeologisch onderzoek rekening gehouden worden als er dieper gegraven zal worden dan 12,30 m + NAP.

Adobe acrobat document, 9.0