In opdracht van Stedebouwkundig Adviesbureau Witpaard - partners heeft Vestigia b.v. Archeologie & cultuurhistorie een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd op de locatie Bedrijventerrein Rijssen-Enter. Het vooronderzoek omvatte een Bureauonderzoek (BO) en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO). Het terrein had tot voor kort een functie als natuur/landelijk gebied. De bestemmingsplannen omvatten de aanleg van een bedrijventerrein en de aanleg van een natuurgebied met waterpartijen. Het doel van het archeologisch onderzoek is vast te stellen of er in het plangebied sprake is van archeologische en/of cultuurhistorische resten die door de bouwwerkzaamheden verstoord dreigen te worden en, zo ja, wat de waarde daarvan is in termen van beleving, fysieke en inhoudelijke kwaliteit. Vervolgens wordt op basis hiervan een advies gegeven over een eventueel archeologisch vervolgtraject.Het onderzoek bestond uit een archeologische en een fysisch-geografische component. Bij het bureauonderzoek zijn alle bekende archeologische en historische vondsten en vondstcomplexen in de directe omgeving van de plangebieden geïnventariseerd. Het gaat hierbij om vondsten uit de directe omgeving die wijzen op mogelijke bewoning in de periode Late Prehistorie tot en met Romeinse Tijd en de aanwezigheid van een urnenveld uit deze periode . Via een literatuurstudie is een reconstructie gemaakt van de geologie, geomorfologie en bodemopbouw van het plangebied en de directe omgeving. Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld, dat getoetst en aangevuld is middels een verkennend en karterend booronderzoek en een veldverkenning binnen de grenzen van het plangebied.Het plangebied is gelegen in een laagte met beekdal tussen twee dekzandkoppen. Het is niet duidelijk geworden of het oostelijk gelegen urnenveld zich verder in westelijke richting uitstrekt tot binnen de grenzen van het plangebied. Vestigia adviseert om tussen boring 42 en boring 7 een proefonderzoek uit te voeren om vast te stellen of het urnenveld in westelijke richting doorloopt. Daarnaast zal, vanwege de hoge trefkans op resten in de vorm van oeverbeschoeiingen, voorden, rituele deposities en afvaldumps, een archeologische begeleiding van bodemingrepen in het beekdal (zone 4) moeten plaats vinden. Mogelijk kan op basis van de resultaten van het proefsleuven onderzoek de archeologische begeleidingszone worden beperkt. Voor de rest van het plangebied wordt geen vervolgonderzoek aanbevolen.
Vestigia V460