Tholen Cruyshoekweg-Welgelegen Tholen Cruyshoekweg-Welgelegen. Gemeente Tholen. Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen

DOI

In opdracht van DNWG infra B.V. heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd binnen een plangebied ten westen van Tholen. De aanleiding tot het onderzoek wordt gevormd door het voornemen van Stedin om nieuwe 20 kV kabels aan te leggen tussen het TLN Sterkpunt aan de Cruyshoekweg en het nieuw te realiseren 150 kV station aan Welgelegen te Tholen. Tegelijk worden ook enkele voedende 10 kV kabels gelegd vanaf dit tracé naar de Nieuwlandsedijk, de Nieuwlandse Kruisweg en Welgelegen. De totale lengte van het tracé bedraagt circa 7,3 km.Mogelijke archeologische waarden worden binnen het plangebied planologisch beschermd door een dubbelbestemming waarde archeologie 2 of 3. Binnen het gebied met waarde archeologie 2 of 3 geldt een verbod op het uitvoeren van (graaf)werkzaamheden die respectievelijk groter zijn dan 250 of 500 vierkante meter én dieper reiken dan 0,40 m -mv. Met de vernieuwing van de kabels en leidingen worden de vigerende vrijstellingsgrenzen overschreden. In het kader van de noodzakelijke omgevingsvergunning is dan ook voorliggend archeologisch onderzoeksrapport opgesteld.Dit onderzoek bestond in eerste instantie uit een bureauonderzoek waarbij een gespecificeerd verwachtingsmodel werd opgesteld voor het plangebied. Dit model is vervolgens voor een deel van het plangebied getoetst door het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (verkennende fase). Er is in overleg met de opdrachtgever en bevoegde overheid namelijk ook besloten dat een booronderzoek enkel noodzakelijk was in die gebieden waar de verstoring ten minste 1 m breed zal bedragen, geen verstoringen aanwezig zijn door bestaande kabels en leidingen, nog geen eerder onderzoek is uitgevoerd en de realisatie van de nieuwe leidingen in open ontgraving zal plaatsvinden.Tijdens deze verkennende fase werden de landschappelijke vormeenheden bepaald met als doel kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones aan te duiden voor eventuele volgende vormen van onderzoek. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan gesteld worden dat: - In, en op, het Laagpakket van Wierden (pleistoceen dekzand) en het Basisveen dat te verwachten is vanaf een diepte van circa 8,47 – 6,65 m – mv (circa 8 m -NAP) deels een gematigde en deels geen verwachting geldt voor het laat-paleolithicum tot mesolithicum (Laagpakket van Wierden) en neolithicum (Basisveen); - Er op het Laagpakket van Wormer grotendeels een lage verwachten geldt en slechts voor een klein deel van het onderzoeksgebied een middelhoge verwachting geldt voor resten uit het neolithicum, vanaf een diepte van minimaal 1,87 m – mv (en 2,74 m -NAP); - Op het Hollandveen dat rondom boringen 1-2, 14-15-16, 29 en 36-37 en 5 voorkomt vanaf minimaal 1 m -mv (1,-79 m -NAP) een middelhoge verwachting geldt op het voorkomen van vindplaatsen uit de Late IJzertijd en/of Romeinse tijd (en een lage verwachting voor resten uit de late fasen van het neolithicum tot midden ijzertijd); - Er verder voor een ander deel van het onderzoeksgebied (boringen 8, 9, 11, 13, 17, 19-21, 25, 28, 31 en 35) een middelhoge verwachting geldt voor resten uit de late ijzertijd en/of Romeinse tijd (en een lage verwachting voor resten uit de late fasen van het neolithicum tot midden ijzertijd) vanaf een diepte van minimaal 1,4 m – mv (en 2,04 m -NAP); - Er voor de overige delen van het onderzoeksgebied geen verwachting geldt voor de late ijzertijd en Romeinse tijd en een lage verwachting voor resten uit de late fasen van het neolithicum tot midden ijzertijd; - In, en op, de afzettingen van het Laagpakket van Walcheren grotendeels een lage verwachting bestaat op het voorkomen van vindplaatsen uit de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd; - Er ter plaatse van de zone gevormd door de boringen 10-26 een middelhoge verwachting geldt voor resten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd vanaf de onderzijde van de bouwvoor (circa 0,4 m -mv) .

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zfp-9thn
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zfp-9thn
Provenance
Creator F.M.J. Delporte
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.C.B. Steenbak; Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Publication Year 2024
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact R.C.B. Steenbak (Provincie Noord-Brabant)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/octet-stream; application/dbf; application/sbn; application/sbx; application/shp; application/shx; text/csv; application/zip; text/xml; application/prj
Size 27100973; 5; 7973; 788; 764; 156; 2784; 588; 74016; 21016; 5753; 52439; 339; 428; 132; 116; 21924; 108; 52275625
Version 1.0
Discipline Humanities