Aanleiding tot het hier beschreven archeologisch karterend veldonderzoek zijn de plannen voor de aanpassing van de N34 ter hoogte van de afslag naar Exloo. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek wordt uitgevoerd conform de Wet op de archeologische monumentenzorg. Gemeente Borger-Odoorn heeft MUG Ingenieursbureau, afdeling Archeologie, opdracht gegeven het onderzoek uit te voeren.Het huidige onderzoek door middel van megaboringen is een uitvloeisel van het bureauonderzoek en het inventariserend booronderzoek dat in verschillende fases in 2012 heeft plaatsgevonden. Het hier gerapporteerde veldwerk is uitgevoerd op 22 januari 2014. Tijdens eerder uitgevoerd verkennend inventariserend en karterend booronderzoek langs het aanpassingstracé van ongeveer 2,5 km is er in vier nabijgelegen boringen vuursteen aangetroffen, hetgeen lijkt te duiden op een vuursteenvindplaats. Het huidige onderzoek betreft het uitkarteren van deze mogelijke vuursteenvindplaats. Doel van het onderzoek is het vaststellen van de aanwezigheid van en de omvang van de vuursteenvindplaats en het waarderen van de eventuele vuursteenvindplaats.Op de mogelijke vuursteenvindplaats is een intensief karterend booronderzoek uitgevoerd, waarbij het boorgrid is verdicht tot een boorafstand van 5 m. Deze karterende boringen zijn uitgevoerd rondom de vier locaties waarop in de eerdere megaboringen vuursteen is aangetroffen.De bodemopbouw in het hier beschreven karterend onderzoek komt overeen met de bodemopbouw van het inventariserende onderzoek. In 31 van de 32 boringen is een intacte B-horizont aangetroffen, in vier boringen is ook een E-horizont aanwezig. De top van het intacte dekzand is bemonsterd en gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 mm om zo eventueel aanwezige archeologische indicatoren op te sporen. In elke boring is grind aangetroffen. Daarnaast bevatten enkele zeefresiduen vuursteen en houtskool. De residuen zijn gedetermineerd door de heer drs. J. Veldhuis, vuursteenspecialist van Archeosupport bv. Al het vuursteen is als onbewerkt gedetermineerd. Uit het vuursteenmateriaal kan dus geen menselijke activiteiten of aanwezigheid worden aangetoond. De fragmenten houtskool zijn zonder andere archeologische indicatoren niet aan menselijk handelen toe te schrijven; deze zijn zogenaamde secundaire archeologische indicatoren.Er kan geconcludeerd worden dat hoewel de resultaten van het eerdere karterend onderzoek leken te duiden op de aanwezigheid van een vuursteenvindplaats uit het huidige onderzoek blijkt dat dit toch niet juist is. Wij bevelen daarom om aan om geen vervolgonderzoek uit te voeren op deze locatie.