In opdracht van Gemeente Arnhem heeft archeologisch onderzoeksbureau Archeodienst Gelderland in maart 2009 een Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) verkennende fase uitgevoerd aan de locatie “Spijkerbroek” in Arnhem, gemeente Arnhem. Het terrein ligt gedeeltelijk in de wijk het “Spijkerkwartier” en gedeeltelijk in de wijk “Het Broek”, vandaar de samentrekking “Spijkerbroek”. De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen van de gemeente om het terrein een nieuwe bestemming te geven. De nieuwe bestemming zal bestaan uit woningbouw. Graafwerkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling zullen zorgen voor een bodemverstoring tot een nog onbekende diepte. De kans bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden hierdoor verstoord dan wel vernietigd zullen worden. Op basis van de resultaten van het Inventariserend Veldonderzoek wordt geadviseerd om een vervolgonderzoek uit te laten voeren. Archeodienst Gelderland adviseert om alleen de locatie waar vroeger de Dullertspijker heeft gestaan op te graven, want wellicht bevinden zich in de ondergrond nog middeleeuwse fundamenten. Op de kaart van Jacob van Deventer, uit 1558 is op deze locatie 18 ook reeds een gebouw te zien. Daarnaast is het interessant om de oude Molenbeek te onderzoeken. De graafwerkzaamheden in de directe nabijheid van de beek dienen, ons inziens, archeologisch begeleid worden. De gemeente heeft echter in een reactie (dd 10-8-2009) aangegeven dat wellicht een IVO door middel van proefsleuven-onderzoek beter geschikt zou zijn. Hierbij zouden enkele sleuven loodrecht op de verwachte ligging van de Molenbeek kunnen worden geplaatst. De RCE heeft aangegeven dat beekdalonderzoek een hoge prioriteit heeft op de nationale onderzoeksagenda. De beek heeft vroeger een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van met name de wijk Het Spijkerkwartier. Voor het overige deel (ten oosten van de Dullertstraat) wordt een archeologische vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. Dit deel ligt laag, is relatief nat en is zeer sterk verstoord, waardoor de kans dat er archeologische waarden aanwezig zijn verwaarloosbaar klein wordt geacht.
Archeoldienst Rapport 10
Date: 2009-03-16
