Het onderzoek vond plaats op drie deelgebieden in het plangebied die bedreigd worden door de voorgenomen ingrepen. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van mechanische boringen met een avegaarboor met een boordiameter van 15 cm. De boringen zijn gezet in een 5 x 5 m grid. In totaal zijn 58 mechanische boringen gezet, waarbij het opgeboorde dekzand is verzameld en vervolgens gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 2 mm.Tijdens het onderzoek zijn in 25 van de 58 boringen archeologische indicatoren aangetroffen. In 25 boringen is houtskool aangetroffen. Daarnaast zijn in twee boringen (die overigens ook houtskool bevatten) in totaal twee scherven aardewerk aangetroffen. Dit aardewerk kan worden gedateerd in de periode bronstijd-ijzertijd. Tijdens het booronderzoek is geen vuursteen aangetroffen.