Natuurontwikkeling Kromme Rijn (Groenewoudseweg) te Wijk bij Duurstede, gemeente Wijk bij Duurstede. Inventariserend Veldonderzoek, verkennend booronderzoek

DOI

Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch verkennend booronderzoek uitgevoerd voor een terrein (perceelnummer 956, sectie F) aan de Kromme Rijn (Groenwoudseweg) te Wijk bij Duurstede. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen natuurontwikkeling van dit terrein. Het te verstoren gebied bedraagt ca. 6700 m2 met een verstoringsdiepte variërend van 30 centimeter (moerasbos) tot 50 centimeter (rietmoeras) tot 1,5 meter beneden maaiveld (poel). De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.

Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. Het plangebied ligt gedeeltelijk op een rivierdalbodem, relatief laaggelegen, deels op een rivieroeverwal en deels op een hoge dijk. Hierin wordt een kalkloze poldervaaggrond verwacht met zavel en lichte klei, profielverloop 2. Gezien de ouderdom van de te verwachte afzettingen kunnen in het plangebied vindplaatsen aanwezig zijn vanaf de Bronstijd tot en met de Nieuwe Tijd. Gezien de landschappelijke ontwikkeling en de ligging in het holocene rivierenlandschap en de aanwezige stroomgordels kunnen archeologische resten uit de periode Laat-Paleolithicum tot en met het Neolithicum uitgesloten worden, de afzettingen waarop deze te vinden zouden kunnen zijn, zijn door latere stroomgordels geërodeerd. Door het ontbreken van vondsten uit de Bronstijd tot op heden op de afzettingen die in die periode zijn ontstaan is het niet aannemelijk dat er vondsten uit deze periode verwacht kunnen worden. Op basis van de verwachtingskaart van de gemeente Wijk Bij Duurstede heeft het plangebied een hoge archeologische verwachting op basis van de oeverwalafzettingen die aanwezig zijn in een gedeelte van het plangebied. De relatief lager gelegen oeverzone van de Kromme Rijn is gekarteerd als rivierdalbodem en heeft volgens dezelfde kaart geen archeologische verwachting. Er zijn archeologische resten bekend, op soortgelijke oeverafzettingen, daterend vanaf de IJzertijd tot en met de Nieuwe tijd. Rondom het plangebied zijn alleen middeleeuwse resten aangetroffen. Door bekende waarden op soortgelijke afzettingen geldt toch een hoge verwachting voor het gedeelte van het plangebied dat zich op een rivieroeverwal bevindt. Voor het gedeelte waar geen archeologische verwachting geldt, is er ook een lage verwachting voor resten uit deze periode. Bodemgaafheid: op basis van de bekende gegevens blijkt dat het gedeelte van het plangebied dat op een oeverwal ligt volgens de AHN net zo laag ligt als de rest van het plangebied. De reden hiervoor is niet bekend en zal uit nader onderzoek moeten worden gehaald. Mogelijk is dit gedeelte afgegraven, al is er geen informatie over een afgraving bekend of andere grondwerkzaamheden. Het kan ook zijn dat door onnauwkeurige interpolatie van bodem of geomorfologische kaarten dit deel van het plangebied verkeerd is gekarteerd. Nader onderzoek moet dit uitwijzen. Op basis van het Provinciale erfgoedbeleid van de provincie Utrecht geldt er tevens een verwachting voor resten die verband houden met de Limes en historische buitenplaatsen. De Limes betreft de voormalige noordgrens van het Romeinse Rijk. Deze grens is ook in de provincie Utrecht te vinden, langs de Kromme-, Oude- en Neder Rijn. Hoewel vaak niet aan het maaiveld zichtbaar, kunnen in de bodem resten worden verwacht die verband houden met deze voormalige grens. Aangezien de Kromme Rijn direct ten zuiden en westen van het plangebied stroomt kunnen er mogelijk resten worden verwacht die verband houden met de Limes (onderdelen van de Limesweg, (onderdelen van) castella of aan castella gerelateerde sporen (kampdorp, grafveld, wachttoren, etc.), etc.). Verder geldt er een verwachting voor historische buitenplaatsen, gebaseerd op de in de omgeving aanwezige kastelen. Ook hiervan kunnen resten aangetroffen worden in het plangebied.

Het natuurlijke bodemtype is in het hele plangebied intact onder de bouwvoor. Nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de nieuwe tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Deze sporen kunnen tot in de C-horizont reiken en zijn mogelijk nog intact. Gezien de bodemopbouw wordt dit echter niet verwacht. In het noordoostelijke deel is de rivieroeverwal, afgezet door de Kromme Rijn, nog aangetroffen. Deze was echter kalkrijk en vertoonde geen (sporen van) bodemvorming. In het westelijke deel is direct onder de bouwvoor het beddingzand van de Kromme Rijn aangetroffen. Dit betreft de relatief laaggelegen rivierdalbodem, waarin geen archeologische resten worden verwacht. In het zuidoostelijke deel is op het beddingzand nog wel een dun pakket oeverafzettingen aangetroffen, maar naar verwachting zijn deze in het zeer recente verleden afgezet door de nabij gelegen Kromme Rijn. Verder zijn tijdens het booronderzoek geen archeologische resten of indicatoren aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid een vindplaats uit deze periode. Op basis van het bureauonderzoek was de vraag of de kartering van rivieroeverwal in het noordoostelijke deel van het plangebied wel correct was, aangezien dit gedeelte qua hoogte overeen komt met de relatief laaggelegen rivierdalbodem en niet met de rest van de rivieroeverwal. Op basis van het veldonderzoek blijkt de kartering te kloppen. Op basis daarvan is te zeggen dat dit gedeelte waarschijnlijk is afgegraven, bijvoorbeeld om een egaal perceel te creëren of voor de aanleg van de nabijgelegen voormalige dijk van de trambaan, waardoor de top van de rivieroeverwal (en daarmee eventuele archeologische resten) is weggegraven.

Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/AAPB6A
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/AAPB6A
Provenance
Creator T.J.H. van Essen
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor E. Krist; T.J.H. van Essen; F. Stevens; Synthegra B.V.
Publication Year 2024
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact E. Krist (Synthegra B.V.)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/csv; audio/mid; application/vnd.mif; application/prj; application/shx; application/pdf; application/octet-stream
Size 327; 249; 543; 525; 148; 1602154; 5; 16; 1; 574; 427; 108
Version 2.0
Discipline Humanities
Spatial Coverage Leusden