Tijdens de archeologische begeleiding is duidelijk geworden dat in een groot deel van het plangebied (binnen de ontgravingsdiepte) geen oorspronkelijk bodemprofiel meer aanwezig is. In de delen waar nog wel sprake is van een deels intact bodemoprofiel is onder het opgebrachte bouwzand op een diepte van 1,2 m –mv zwak siltige, zwak humeuze klei aanwezig wat geïnterpreteerd kan worden als een oude A-horizont. De top van deze oude bouwvoor is niet meer intact aanwezig en bij het opbrengen van het bouwzand vermengd geraakt met porselein, baksteen en resten plastic. Bij het graven van de meest oostelijk gelegen funderingssleuf is op een diepte van circa 1,8 m –mv (1,9 m -NAP) een overgang waargenomen van de kleiige bodem naar zand. Dit zand - matig fijn, grijs tot oranje van kleur, matig roesthoudend – wordt tot de stroomgordel / beddingafzetting van de Oude Rijn gerekend.
Date: 05/10/2015 (veldwerk)