In Deelgebied B bestaat de ondergrond uit dekzand waarop in het noordoosten een laag stuifzand ligt.
De top van het dekzand is grotendeels intact, getuige de B(C)-horizont die erin is waargenomen. Dit
betekent archeologisch gezien dat in de top van het dekzand archeologische resten (sporen) uit de
periode Neolithicum-Late Middeleeuwen aanwezig kunnen zijn. Deze worden in de top van het
dekzand vanaf circa 30-60 cm -Mv verwacht (2,3-2,6 m NAP). Voor de periode Laat-PaleolithicumMesolithicum is de verwachting naar laag bij te stellen, aangezien de oorspronkelijke top van het
dekzand in het humeuze dek opgenomen is (ontbrekende uitspoelingslaag in top dekzand). Resten uit
de Late Middeleeuwen kunnen mogelijk ook in het stuifzand op een diepte vanaf 40 cm -Mv (2,5 m
+NAP) aanwezig zijn.