In opdracht van Buro voor Bouwkunde Ermelo heeft Buro de Brug bv een bureauonderzoek uitgevoerd voor de Jacob Catslaan 76, te Ermelo. Het benodigde karterend booronderzoek is uitgevoerd door Ingenieursbureau Oranjewoud. Het plangebied is ongeveer 5000 m2 groot en ligt in het noorden Ermelo, direct ten noorden van de Jacob Catslaan. Het plangebied is deels bebouwd en voorzien van een verhard parkeerterrein. Het gebouw is in gebruik als therapiecentrum en zal worden uitgebreid met een onderkelderde aanbouw (tot ca. 3 m -MV) en een ondergronds zwembad (tot ca. 4 m -MV), met daarboven extra parkeerplaatsen.Geologisch gezien behoort het plangebied tot de gestuwde Pleistocene formaties, met veelal gestuwd rivierzand en –grind. Volgens de geomorfologische kaart bevindt het plangebied zich in stuwwalglooiingengebied. In de Late Middeleeuwen werd de omgeving gekenmerkt door zandverstuivingen, waardoor het plangebied mogelijk deels is afgedekt met stuifzanden. Eventueel aanwezige resten uit de periode voor de Late Middeleeuwen, kunnen hieronder goed bewaard zijn gebleven.Uit het plangebied zelf zijn geen waarnemingen of vondstmeldingen bekend, maar rondom het plangebied zijn diverse archeologische waarnemingen gedaan en bevinden zich twee archeologische monumententerreinen. Op de IKAW is het plangebied gekarteerd als een zone met hoge trefkans. Dit beeld wordt bevestigd door de gemeentelijke verwachtingskaart; deze kaart kent aan dekzandwelvingen een hoge verwachting toe. De verwachtingskaart is vertaald in een beleidskaart, waarop aan het plangebied de maatregel ‘AV-categorie 5’ is toegekend. Dit houdt in dat er vanuit het beleid gestreefd wordt naar behoud in situ van eventueel aanwezige archeologische waarden. Indien behoud niet mogelijk is, zal bij bodemverstorende activiteiten die groter dan 100 m2 en dieper dan 30 cm zijn vroegtijdig een inventariserend onderzoek plaats moeten vinden.Uit de gespecificeerde verwachting blijkt dat de hoge verwachting vooral geldt voor vondsten uit de periode Neolithicum – Bronstijd. Aan de overige periodes wordt een middelhoge verwachting toegeschreven.Vanwege de (middel)hoge verwachting voor de periode tot de Middeleeuwen en de beleidsregels heeft Buro de Brug geadviseerd om een karterend booronderzoek uit te laten voeren. Dit onderzoek is noodzakelijk omdat de bodem over een oppervlakte van circa 340 m2 en tot een diepte van 4 m – MV verstoord wordt bij de nieuwbouw. Het doel van het booronderzoek is tweeledig. Ten eerste moet worden onderzocht of de bodemopbouw intact is en of er sprake is van een afdekkend stuifzandpakket. Ten tweede moet worden vastgesteld of er een vindplaats aanwezig is binnen het plangebied.Het karterend booronderzoek is uitgevoerd door Ingenieursbureau Oranjewoud BV. Er zijn 7 karterende boringen gezet. Binnen het plangebied is alleen geboord waar de nieuwbouw is gepland en het terrein niet was bestraat. Omdat het grootste deel van dit gebied bestaat uit een meer dan 1,0 m opgehoogde heuvel met bomen, zijn de meeste boringen net hier buiten gezet (boringen 001, 002, 005 en 007 zijn in de tuin gezet. Boringen 003, 004 en 006 zijn op de verhoging gezet). De boringen zijn gezet met een Edelmanboor met een diameter van 15 cm. De boorkernen zijn beschreven conform NEN 5105 en ASB, waarbij de onverstoorde lagen zijn gezeefd op een zeef met een diameter van 4 mm. Een veldkartering was vanwege de aanwezigheid van gras en begroeiing niet mogelijk.De bodemopbouw kenmerkt zich de aanwezigheid van zeer fijn zand waarin oorspronkelijk een podzolprofiel in gevormd is. Deze is echter door latere bodemverstorende activiteiten bijna geheel verstoord. De waargenomen bodemverstoring reikt van 50 cm in boring 005 tot wel 2,5 m - mv in boring 002. Er zijn tijdens het karterende booronderzoek geen archeologische indicatoren aangetroffen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats binnen de beboorde diepte. Vervolgonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht. Buro de Brug adviseert om het plangebied vrij te geven.
Issued: 2011-06-27