Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Hazenberg - Rhienderstein te Brummen, gemeente Brummen (GD) Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Hazenberg - Rhienderstein te Brummen, gemeente Brummen (GD)

DOI

Laagland Archeologie heeft in mei 2023 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Hazenberg - Rhienderstein te Brummen. Het onderzoek vond plaats in verband met de benodigde bestemmingsplanwijziging ten behoeve van de geplande bouw van een nieuwe kegelbaan.Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Op basis van het bureauonderzoek kunnen resten worden verwacht vanaf het midden-Neolithicum tot en met de Late Middeleeuwen (tot circa 1100). Door de aanwezigheid van een plaggendek zijn deze resten mogelijk goed bewaard gebleven, al is door de latere bebouwing rekening te houden met een verstoord bodemprofiel. Voor deze periode kan een hoge verwachting worden aangehouden, afhankelijk van de mate waarin de oorspronkelijke bodemopbouw nog intact is. Voor resten na circa 1100 na Chr. kan een middelhoge verwachting worden aangehouden. Waarschijnlijk gaat het daarbij niet zozeer meer om resten van bebouwing, maar om esgreppels en dergelijke. Resten van vóór het Midden-Neolithicum worden niet verwacht. Voor de perioden voor het Midden-Neolithicum geldt eerder een matige archeologische verwachting, omdat er geen natuurlijke waterlichamen in de nabijheid van het plangebied liggen.Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Op basis van het uitgevoerde booronderzoek is de kans klein dat het plangebied archeologische sporen bevat. Het terrein van het plangebied representeert waarschijnlijk een late ontginning waarbij het van oorsprong lagere en nattere terrein is opgehoogd met humeuze grond afkomstig van de oude bouwlanden.Om deze reden adviseren we geen vervolgonderzoek uit te voeren en het plangebied vrij te geven.De beoordeling van dit advies is in handen van de gemeente Brummen, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, de heer H. G. Pape – Luijten (regioarcheologie Stedendriehoek).Mochten bij graafwerkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, dan geldt conform de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (033 421 74 56) of via de website: www.cultureelerfgoed.nl/contact.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xpy-2hbp
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xpy-2hbp
Provenance
Creator E.W. Brouwer
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.C.B. Steenbak; Laagland Archeologie
Publication Year 2023
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact R.C.B. Steenbak (Provincie Noord-Brabant)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/gml+xml; application/zip; text/xml
Size 6614585; 2496; 23228; 3289; 1190; 1343; 1815; 830; 1597; 3146; 10386; 5252; 1851; 1148; 1678; 1831; 2038; 2143; 2037; 1269; 1624; 2134; 1391; 1984492; 978; 1602; 177302; 1445; 977; 1280; 1604425; 907; 1208; 2963; 980; 38289; 1470; 2124; 2075; 1439; 1813; 1524; 2323; 310106; 41568; 1353; 635784; 310280
Version 1.0
Discipline Humanities