(Antea Group projectnummer 452409) Tussen 15 april en 31 mei 2019 voerde Antea Group een archeologische begeleiding (variant opgraving) uit aan de Damsterkade en omgeving. De aanleiding voor het onderzoek was de vervanging van lagedruk gasleidingen onder het trottoir aan de Petrus Campersingel, Damstersingel, Europaweg, Damsterkade, Oosterkade, Damsterdiep, Gorechtkade, Jan Hissink Jansenstraat, Gerbrand Bakkerstraat, H. A. Kooykerplein en de Ripperdalaan. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning. Het gedeelte van het tracé aan de Damsterkade en de Oosterkade is onderdeel van bestemmingsplan Binnenstad Oost (AMK-terrein 8789). In dit bestemmingsplan is voor deze zone een dubbelbestemming Archeologie - Waarde 1 opgenomen. De in het bestemmingsplan verankerde vrijstellingsgrens van 30 m2 voor bodemverstoring werd door de werkzaamheden ruimschoots overschreden. Als gevolg daarvan was archeologisch onderzoek door de gemeente in de omgevingsvergunning verplicht gesteld. De open ontgravingen in dit tracédeel zijn daarom archeologisch begeleid conform protocol 4004 (KNA, versie 4.1: opgraving, variant archeologische begeleiding). Tevens is dit onderzoek volledig uitgevoerd volgens het hiervoor opgestelde Programma van Eisen (PvE)1.De open ontgravingen reikten tot een diepte van 1,5 m beneden het maaiveld. De breedte van de sleuf varieerde van 0,5 tot 1 m. Ongeveer 400 m van de werkzaamheden zijn archeologisch begeleid. In dit hele plangebied bevindt zich een pakket opgebracht cunetzand, waaronder een laag aanvullingszand of een geroerd pakket rond de leidingen aanwezig is. In het onderzoeksgebied is nergens de natuurlijke ondergrond aangetroffen. Er waren twee smalle gedeeltes van het bodemprofiel intact, waarin twee profielen zijn gedocumenteerd (profiel 1 en 2). De belangrijkste waarden die tijdens dit onderzoek zijn aangetroffen, zijn de restanten van de 17e eeuwse Steentildwinger en de omringende gracht: een onderdeel van de vestingwerken van Groningen. Hiervan zijn een talud en dempingslagen aangetroffen in de profielen 1 en 2. Het onderzoek heeft geen archeologisch vondstmateriaal opgeleverd.Het uitgevoerde onderzoek betreft een opgraving, wat het einde betekent van de AMZ-cyclus (bijlage 2). Derhalve zijn geen nadere adviezen of waarderingen te geven. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de bodem in elk geval verstoord is tot ten minste een halve meter onder het maaiveld, daaronder bevinden zich op twee locaties restanten van het talud van de Steentildwinger en de gracht die het omringde. In het grootste gedeelte van het tracé in het onderhavige onderzoek is de bodem echter volledig verstoord tot de ontgravingsdiepte (maximaal 1,5 m). Bij toekomstige bodemingrepen is de kans op het aantreffen van archeologie in dit gebied dan ook laag. Het graven van de gracht, in eerste instantie, en later het dempen en droogmaken van de gracht rondom de Steentildwinger kan in verband worden gebracht met respectievelijk verstoorde bodem en opgebrachte grond. Mogelijk zijn archeologische waarden die betrekking hebben op de dwinger zelf (de aarden wal) beter bewaard gebleven.
Issued: 2021-09-13