BAAC heeft tussen 31-07-2023 en 08-08-2023 in opdracht van de Gemeente Lingewaard een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het plangebied Haalderen Sallandstraat. Tijdens het onderzoek zijn in totaal 17 proefsleuven met een totale oppervlakte van 3.439 m2 onderzocht. Daarnaast heeft BAAC in samenwerking met Armaex binnen het plangebied een archeologische begeleiding uitgevoerd in mei en juni 2023 (30-05-2023, 01-06-2023 t/m 02-06-2023, 05-06-2023 t/m 06-06-2023, 08-06-2023 t/m 09-06-2023). De aanleiding voor het archeologisch onderzoek is de voorgenomen realisatie van 150 flexwoningen, welke 15 tot 30 jaar zullen blijven staan. De uitgevoerde onderzoeken zijn het vervolg op een vooronderzoek (IVO-overig) dat in 2023 door Hamaland Advies is uitgevoerd.Uit de bodemprofielen blijkt dat het plangebied vanaf de Romeinse tijd, d.w.z. nadat de Zandbaal inactief was geworden, afgedekt is geraakt met een pakket komklei. De aanwezigheid van minstens drie laklagen wijst op stilstandsfases in de sedimentatie. Hierin zijn echter geen aanwijzingen aangetroffen, die wijzen op antropogene invloed. De Waal ten zuiden van het plangebied heeft zich in de loop van tijd in noordelijke richting verplaatst, waardoor het plangebied in de oeverzone kwam te liggen. De aanwezigheid van zandige lagen wijst op crevasseafzettingen.Tevens heeft, in ieder geval in 1784, een grote dijkdoorbraak ten zuiden van het plangebied plaatsgevonden, waardoor oudere riviersedimenten, en daarin aanwezige archeologische indicatoren, over het plangebied zijn verspreid. Als gevolg hiervan worden in de bouwvoor grind en archeologische indicatoren vanaf het neolithicum aangetroffen.Tijdens de archeologische begeleiding zijn sporen en vondsten uit de Tweede Wereldoorlog aangetroffen. Deze zijn te koppelen aan de bevrijdingsperiode tussen september 1944 en april 1945 en bestaan met name uit inslagkraters en munitierestanten.Het proefsleuvenonderzoek heeft tot inzicht gebracht dat het terrein door een dijkdoorbraak in 1784 grotendeels verstoord is geraakt. Dit is in het vooronderzoek niet aan het licht gekomen. Enkel in het noordoosten van het onderzoekgebied (werkput 16) is de bodem grotendeels intact waarbij een vondstlaag/cultuurlaag is aangetroffen die vermoedelijk dateert in de ijzertijd en zeer waarschijnlijk in verband staat met het aangrenzende AMK-terrein ten oosten van het plangebied. Hier kunnen dan ook (nederzettings)sporen uit deze periode worden verwacht. Voor het plangebied geldt dat geen behoudenswaardige vindplaats is aangetroffen.