Getuigen Verhalen, NSB'ers in Westerbork, Interview 19

DOI

De geïnterviewde werd in 1927 geboren als oudste in een gezin van vier kinderen. Ze is in Assen woonachtig als de oorlog begint. Vader was lid van de NSB en al zijn kinderen sloten zich aan bij de Jeugdstorm. Moeder had niet zoveel op met de NSB. Vader was werkloos en niemand wil hem aannemen vanwege zijn lidmaatschap. Uiteindelijk ging hij in op een aanbod om bij de WA te komen werken. Omdat hij in zijn diensttijd werkzaam was als officier werd hij uiteindelijk commandant van de WA over Groningen, Drenthe en Friesland. Het verzet heeft hem doodgeschoten.Na de bevrijding wilde de geïnterviewde de eer aan zichzelf houden en ze besloot zich aan te geven. Ze liep vanuit Rotterdam naar Assen en meldde zich daar bij de marechaussee. Ze werd naar de gevangenis gebracht. Moeder en drie andere kinderen werden ook in de gevangenis ondergebracht. De directrice van de gevangenis kende de moeder van de geïnterviewde en laat de kinderen ophalen door haar broer. Deze wilde echter zijn NSB neefjes en nichtjes niet in huis hebben en bracht ze naar een ander adres. De geïnterviewde trof haar moeder uiteindelijk in gevangenis. Enige tijd later gingen ze naar het interneringskamp Westerbork. In het begin wist niemand van de geïnterneerden wat er met hen zou gaan gebeuren. Er heerste onrust en er gingen geruchten dat ze naar Rusland gestuurd zouden worden. De geïnterviewde zegt niet bang te zijn geweest en dat ze heeft geprobeerd in het kamp er het beste van te maken. Ondanks alles heeft ze ook veel plezier gehad. Ze zegt dat de Joodse bewakers haar beter behandelden, dan de Nederlandse bewakers. Ze werd na bijna twee jaar vrijgelaten. Vader van de geïnterviewde had bijna vijfentwintig jaar pensioen betaald, maar door zijn betrokkenheid bij de NSB werd het geld verbeurd verklaard. Moeder en haar kinderen bleven met niets achter. Het was een zware tijd. De geïnterviewde vindt het onterecht dat haar broertje, die in ’39 geboren is en zijn vader nauwelijks heeft gekend, zo heeft moeten lijden onder de strafmaatregelen van de overheid.

Na de Tweede Wereldoorlog zijn zo'n 120.000 tot 180.000 mensen voor korte of langere tijd geïnterneerd in meer dan 120 Nederlandse interneringskampen. Ook in het voormalige doorgangskamp Westerbork werden van 24 april 1945 tot 1 december 1948 NSB'ers, Waffen-SS'ers, landwachters en andere van collaboratie verdachte personen opgesloten. Aanvankelijk waren de omstandigheden slecht. Naar de gezondheid en veiligheid van de duizenden geïnterneerden keek in de zomer van 1945 bijna niemand om. Gebrekkige leefomstandigheden, onvoldoende medische voorzieningen en zowel psychische als fysieke mishandelingen waren aan de orde van de dag. In het kamp heerste volstrekte willekeur.Getuigen van de naoorlogse internering in het kamp hebben in dit project over hun ervaringen verteld. Hun relaas geeft inzicht in het systeem van internering van collaborateurs vlak na de oorlog en maakt duidelijk hoe Nederland met zijn 'foute' landgenoten omging.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zwh-mz54
Metadata Access https://ssh.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zwh-mz54
Provenance
Creator Herinneringscentrum Kamp Westerbork
Publisher DANS Data Station Social Sciences and Humanities
Contributor G Abuys
Publication Year 2010
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact G Abuys (Herinneringscentrum Kamp Westerbork)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/zip; application/msword; application/pdf
Size 27559; 332288; 457940
Version 2.1
Discipline Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture; Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture and Veterinary Medicine; History; Humanities; Life Sciences; Social Sciences; Social and Behavioural Sciences; Soil Sciences