Aanleiding tot het inventariserend booronderzoek vormden plannen om het terrein tussen industrieterrein Leeuwerikenveld II en buurtschap ‘t Klooster als natuurpark in te richten. De oude loop van de Kleine Vecht zou hierbij worden uitgegraven. Daar verondersteld werd dat de loop van de rivier waardevolle archeologische en historische voorwerpen kon herbergen, heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau de werkzaamheden archeologisch begeleid. Dit leverde een aanzienlijke hoeveelheid vondstmateriaal op, waaronder een behoorlijke component metaalvondsten.In opdracht van RAAP Archeologisch Adviesbureau is een waarderend archeologisch onderzoek van de metaalvondsten uitgevoerd door mw. drs. S.A. Mulder en drs. C.G. Koopstra namens Archaeological Research & Consultancy (ARC bv). Het onderzoek vond plaats tussen 9 en 20 januari 2006.Conclusie (beantwoording onderzoeksvragen):1 Tot welke materiaalcategorieen behoren de voorwerpen en welke specifieke functie hebben zij vervuld?Het vondstmateriaal bestaat uit sterk uiteenlopende materiaalcategorie¨en. De meeste voorwerpen behoren tot de categorie ‘militair-gerelateerde voorwerpen’. Aansprekende objecten in deze categorie zijn de grote ijzeren kanonskogels en onderdelen van de persoonlijke wapenuitrusting (bijlen, pareerdolk en furketten). Ook de in metaalonderzoek traditionele groep ‘constructiemateriaal’ neemt een belangrijke plaats in het vondstmateriaal in.Hieronder vallen spijkers, ijzerdraad, moeren en bouten, hang- en sluitwerk en wagenonderdelen. Tot de (agrarische) gebruiksvoorwerpen kunnen diverse gereedschappen en messen worden gerekend. Het meest tot de verbeelding spreken wellicht voorwerpen uit de categorie¨en personalia (munten en kledingaccessoires) en huisraad. Vondsten die niet in een van bovenstaande categorieen kunnen worden ingedeeld zijn in eerste instantie naar de categorie ‘overig’ verwezen.2 Welke periodes worden gerepresenteerd door het vondstmateriaal en, hiermee samenhangend, is het mogelijk het vondstmateriaal op vindplaatsniveau te differentieren?Het vondstmateriaal kan worden opgedeeld in een component uit de Middeleeuwen en een uit de Nieuwe Tijd. Een groot aandeel van de metalen objecten kan binnen deze periodes aanzienlijk nauwkeuriger gedateerd worden.De middeleeuwse component wordt naar het zich laat aanzien gedomineerd door muntvondsten. Het is moeilijk deze vondsten aan een specifiek vindplaatsniveau toe te kennen: het is niet onwaarschijnlijk dat het strooivondsten betreft, vondsten die toegewezen kunnen worden aan persoonlijk verlies. Wellicht kan hieromtrent meer zekerheid worden verkregen door contextuele informatie in de analyse te betrekken.De vondsten uit de 16e en 17e eeuw daarentegen representeren zonder twijfel een (al dan niet kortstondige) periode van intensief gebruik van het terrein. Vanwege zijn strategische ligging is om Coevorden in deze eeuwen strijd geleverd, zowel in de Tachtigjarige Oorlog (1568–1648) als de Derde Engelse Oorlog (1672–1674). Op basis van de bestudering van historisch bronnenmateriaal kan wellicht de functie van het onderzoeksterrein ten tijde van beide oorlogen achterhaald worden. Bij een wetenschappelijke uitwerking van de metaalvondsten kan deze informatie van belang zijn bij het toewijzen van het materiaal aan een specifieke periode en/of strijdende partij.Met betrekking tot een aantal artefacten uit de Nieuwe Tijd (1500–heden) bestaat vooralsnog enige onzekerheid voor wat betreft datering. Een component hiervan kan in de 17e–18e eeuw gedateerd worden. De mogelijkheid bestaat dat ook (een deel van) deze vondsten tot het vindplaatsniveau uit de 16e–17e eeuw behoort. Een andere mogelijkheid is dat deze voorwerpen een iets latere datering hebben en mogelijk een apart vindplaatsniveau vertegenwoordigen.Het is voor deze groep vondsten noodzakelijk aanvullend onderzoek te verrichten, zodat nauwkeurigere dateringen worden verkregen. Dit geldt eveneens voor vondsten uit de 19e en 20e eeuw. De voorlopige resultaten van het onderzoek duiden er echter op dat voor deze periode bewijzen voor structurele bewoning of gebruik van het terrein ontbreken.3 Welke artefacten kunnen specifiek worden toegeschreven aan militaire activiteiten rond de vestingstad Coevorden in de Tachtigjarige Oorlog - in het bijzonder de verovering van de stad door prins Maurits in 1592 en de hierop volgende pogingen van Spaanse zijde de stad te heroveren - en de slag om Coevorden in 1672 tijdens de Derde Engelse Oorlog tussen de Republiek en Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen?De belangrijkste component van de metaalvondsten uit de 16e–17e eeuw omvat militair-gerelateerde objecten. In hoofdzaak betreft het loden musketkogels, hiernaast zijn enkele ijzeren kanonskogels en een granaat aangetroffen. Ook persoonlijke wapens als bijlen en een pareerdolk bevinden zich in het vondstmateriaal. Hiernaast kunnen vondsten uit de categorie personalia in deze periode gedateerd worden. Zoals uit de antwoorden op bovenstaande onderzoeksvragen is gebleken, zal nader onderzoek moeten uitmaken welke objecten tot de periode rond de verovering van de stad door prins Maurits (1592) en de hierop volgende Spaanse pogingen tot herovering kunnen worden gerekend en welke tot de periode van strijd aan het eind van de 17e eeuw.
Date: 2005