Bureauonderzoek uitbreiding Windnet 380kV te Lelystad, gemeente Lelystad (FL)

DOI

MUG Ingenieursbureau b.v. adviseert op basis van het bureauonderzoek archeologisch vervolgonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uit te laten voeren wanneer de vrijstellingsgrenzen binnen één van de verwachtingsgebieden (A, B of C) worden overschreden. Het geplande verdeelstation ligt buiten deze verwachtings-gebieden. Voor de aanleg hiervan bestaat dan ook geen verplichting tot het laten uitvoeren van archeologisch vervolgonderzoek. Het kabeltracé zal echter op zijn minst door één van de verwachtingsgebieden moeten gaan om het 150kV-station en het 380kV-station te bereiken. Met een verkennend booronderzoek kan een goed beeld worden verkregen van de bodemopbouw en de eventuele aanwezigheid van voor de prehistorische mens aantrekkelijke hoogtes die in het huidige polderlandschap niet meer of slecht herkenbaar zijn. Voorafgaand aan het verkennende booronderzoek dient eerst in kaart te worden gebracht waar daadwerkelijk ingrepen gaan plaats-vinden en daar het Plan van Aanpak met boorplan op aan te passen. Vanwege de slecht voorspelbare ligging van scheeps- en vliegtuigwrakken wordt bovendien geadviseerd om tijdens graafwerkzaamheden in het hele plangebied alert te zijn op resten hiervan. De uitvoerder dient hiervan van tevoren op de hoogte te worden gebracht. Verder dient een meldingsprotocol scheeps- en vliegtuigwrakken voor de aannemer opgesteld te worden.Samenvatting onderzoekUit het bureauonderzoek komt naar voren dat binnen het plangebied drie zones liggen met een dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie’ (verwachtingsgebieden A, B en C). In het plangebied komen drie niveaus voor waarbinnen archeologische waarden aangetroffen kunnen worden: mesolithische resten in de top van het dekzand, neolithische resten in de top van de oeverwallen en scheeps- en vliegtuigwrakken in de jongere getijdeafzettingen. In alle drie de verwachtingsgebieden komen hoger gelegen plekken in het dekzandlandschap voor. Wanneer zich hierin een podzol-profiel heeft ontwikkeld, waren deze plekken mogelijk voldoende droog voor bewoning en kunnen er archeologische resten aanwezig zijn. Oeverwallen zijn alleen bekend in het noorden van verwachtingsgebied A. Bewoning op deze oeverwallen is vooral herkenbaar aan de aanwezigheid van de sterk humeuze cultuurlagen die te onderscheiden zijn van de natuurlijke blauwe klei, maar in de boor gemist kunnen worden. De rest van verwachtingsgebied A bestond in het neolithicum, net als verwachtingsgebieden B en C, waarschijnlijk uit laaggelegen komgronden die te nat waren bewoning. Wat betreft het derde niveau zijn binnen het plangebied reeds de nodige, dicht aan het oppervlak gelegen scheepswrakken bekend. Binnen de drie verwachtingsgebieden, maar ook in andere delen van het plangebied, moet echter rekening worden gehouden met de aanwezigheid van nog niet bekende scheeps- en vliegtuigwrakken.Het bevoegd gezag, gemeente Lelystad en de provincie Flevoland, besluit hoe verder wordt omgegaan met het archeologisch erfgoed op basis van het bovenstaande advies.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xw3-ywwe
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xw3-ywwe
Provenance
Creator T.N. Krol-Karsten
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor T.N. Krol; MUG Ingenieursbureau
Publication Year 2021
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact T.N. Krol (MUG Ingenieursbureau)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 36208379; 6833; 7110; 951; 3228
Version 1.0
Discipline Humanities