Op basis van het bureauonderzoek is een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied opgesteld. Waarschijnlijk is er sprake van een pleistoceen landschap dat direct onder het maaiveld/bouwvoor aanwezig is. Het is echter niet geheel uitgesloten dat op het pleistocene landschap nog een stuifzandlaag uit de (late) middeleeuwen/begin nieuwe tijd zich bevindt. Indien dit aanwezig is kunnen archeologische waarden uit de periode paleolithicum tot en met middeleeuwen aanwezig zijn. Indien deze niet aanwezig is kunnen verstoringen van met name van na de middeleeuwen resten uit deze perioden beschadigt dan wel geheel vernietigd hebben. De verwachting op archeologische resten is tot in de Nieuwe tijd echter over het algemeen laag gezien het praktisch ontbreken van waarnemingen in de directe omgeving en het landgebruik in deze periode. Dat wil niet zeggen dat relatief kleine fenomenen zoals grafheuvels op voorhand geheel uitgesloten zijn. De kans hierop is afhankelijk van de intactheid van het terrein in feite onbekend. Voor resten daterende vanaf de Tweede Wereldoorlog is de verwachting echter hoog. Het door de Duitse bezetter ingerichte Waldläger is ondanks na-oorlogse verbouwingen relatief intact Op grond van de bovenstaande overwegingen wordt voor het plangebied zijn afhankelijk van de aard van toekomstige ingrepen mogelijk vervolgstappen uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk. De verwachting voor de periode paleolithicum - middeleeuwse niveau is laag vanwege verstoringen in de 20e eeuw en later. Niet uitgesloten is dat het terrein al in de late middeleeuwen mogelijk afgeplagd is. Waarschijnlijker is dat de 19e eeuwse inrichting als bos/park en later als militaire Walaardt Sacré kamp eventueel aanwezige archeologische waarden uit de voorgaande perioden aangetast of vernietigd heeft. Archeologisch onderzoek voor deze perioden wordt daarom niet aanbevolen. Archeologisch vervolgonderzoek wordt wel aanbevolen voor de periode van de Tweede Wereld Oorlog en de direct daarop aansluitende periode. Ondanks het bestaan van kaarten is de mate van intactheid relatief uniek voor een militaire terrein. Het vastleggen van de structuren, inclusief het verzamelen van mobilia die een beeld geven van het gebruik is daarom essentieel. Dat dit mogelijk in veel gevallen nog te koppelen is aan bestaande bebouwing geeft het ensemble een meerwaarde. Wijze vervolgonderzoek dient bepaald te worden aan de hand van de omvang en diepte en aard van een bodemverstorende ingreep. Indien deze open ontgravingen omvatten wordt geadviseerd deze minimaal actief te begeleiden. Te preferen is onderzoek zoals proefsleuven vooruitlopend op de werkzaamheden. Ondanks dat het bureauonderzoek met alle zorgvuldigheid is opgesteld is niet uitgesloten dat er onverhoopt toch archeologische resten aanwezig blijken te zijn. Indien er bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht archeologische resten worden aangetroffen, dan dient hiervan conform artikel 5.10 en 5.11 van de Erfgoedwet melding gedaan te worden bij het bevoegd gezag. Op basis van de bevindingen van dit onderzoek neemt de gemeente Zeist een formeel besluit. Namens de gemeente Zeist heeft diens adviseur, de Omgevingsdienst Regio Utrecht het rapport beoordeeld en akkoord bevonden met de volgende aanvulling op het gegeven selectie-advies: Op basis van het uitgevoerde bureauonderzoek geldt voor het plangebied een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten vanaf de Tweede Wereldoorlog. Het onderzoek heeft bevestigd dat in het plangebied sprake is van waardevol militair erfgoed, te weten (resten van) bebouwing, inrichting en gebruik van het Duitse Waldlager uit de Tweede Wereldoorlog behorende bij vliegveld Soesterberg en de militaire opvolgers daarvan. Het onderzoeksbureau adviseert een vervolgonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek of archeologische begeleiding uit te laten voeren. Wij onderschrijven de conclusie dat een vervolgonderzoek nodig is, maar verwachten dat een gravend archeologisch onderzoek (nog) niet de beste manier is om kennis over het militaire erfgoed in het plangebied te verzamelen. Wij adviseren daarom om een actueel en gedegen (bouw)historisch onderzoek uit te laten voeren, waarbij informatie over de bouw, de bouwvolgorde, inrichting, gebruik en ontwikkelingen van het terrein vanaf de Tweede Wereldoorlog wordt verzameld uit archieven, luchtfoto’s, een opname van de gebouwen ter plaatse, eventuele beschikbare informatie uit het voormalige museum, enz. De interpretatie en waardering van de verzamelde informatie dient te gebeuren op basis van de meest recente inzichten en kennis over militair erfgoed. Op basis van het (bouw) historische onderzoek kan besloten worden of beperkt gravend onderzoek een zinvolle aanvulling is.
Date: 2020-04-28