Volgens het bureau-onderzoek van Econsultancy ligt de onderzoekslocatie voor een klein deel op de flank van een dekzandrug. Het overgrote deel van de onderzoekslocatie ligt in een beekoverstromingsvlakte. De onderzoekslocatie heeft volgens de beleidsadvieskaart van de gemeente Berkelland een grotendeels lage en middelhoge archeologische trefkans. Alleen op het uiterst zuidwestelijk terreindeel heeft een zeer klein deel een hoge trefkans. Gezien de landschappelijke context kunnen in de top van C-horizont archeologische resten vanaf het Laat-Paleolithicum worden verwacht. De onderzoekslocatie is waarschijnlijk nooit bebouwd geweest.Tijdens het verkennend inventariserend booronderzoek zijn op het overgrote deel van de onderzoekslocatie beekeerdgronden aangetroffen. In alle boringen behalve boring 10 is het bodemprofiel volledig intact. Alleen in boringen 5 en 14 is sprake van een zwarte enkeergrond. Boring 4 wordt geclassificeerd als laarpodzolgrond.Op het maaiveld zijn enkele vondsten gedaan die dateren uit de Nieuwe Tijd. Het bodemprofiel van de beekeerdgronden is deels afgetopt, waarbij een deel van de C-horizont is opgenomen in het eerddek. De laaggelegen beekeerdgronden hebben een lage verwachtingswaarde op zowel de IKAW als de beleidskaart van de gemeente Berkelland. Hierdoor blijft er slechts een zeer klein deel over waar sprake is van een middelhoge tot hoge trefkans. Op deze plekken is een vervolgonderzoek noodzakelijk om te bepalen of sprake is van een archeologische vindplaats.
Issued: 23 april 2009