Volgens het bureau-onderzoek van Econsultancy ligt de locatie waarschijnlijk op een daluitspoelingswaaier bedekt met dekzand, waarin veldpodzolgronden tot ontwikkeling zijn gekomen. De veldpodzolgronden hebben door de relatief hoge grondwaterstanden waarin ze tot ontwikkeling komen, volgens de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Gelderland een lage tot middelhoge archeologische trefkans. In de dekzandgebieden kunnen in principe bewoningssporen vanaf het Laat-Paleolithicum worden aangetroffen. Zo zijn er op 950 m ten noordwesten van het plangebied bij een booronderzoek fragmenten vuursteen uit de periode Laat-Paleolithicum – Mesolithicum aangetroffen. Het zuidelijk deel van de onderzoekslocatie is tussen 1936 en 1966 bebouwd, hiervoor was het grasland. Het noordelijk deel is tot op heden onbebouwd. Uit het karterend inventariserend booronderzoek komt naar voren dat in het zuidelijk deel restanten van een veldpodzol aanwezig zijn, waarbij het bovenste pakket deels tot op de C-horizont is vergraven, tot een maximale diepte van 70 cm –mv. In de karterende boringen in het zuidelijk deel van de onderzoekslocatie zijn na zeven van het materiaal geen archeologische indicatoren aangetroffen. Ook bij de oppervlaktekartering in het noordelijk deel zijn geen archeologische resten gevonden. Het is dan ook niet waarschijnlijk dat er sprake is van een archeologische vindplaats binnen de onderzoekslocatie.
Issued: 16 april 2009