In opdracht van dhr. P. de Gronckel, heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Nieuwe Karnemelkstraat 14a in Koewacht (gemeente Terneuzen). In het plangebied zal een woning en een bijgebouw gebouwd worden. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. De aanleiding van het onderzoek was de aanvraag van een bouwvergunning waarvoor een bestemmingsplanwijziging nodig is.De ligging op de flanken van een dekzandrug maakt het plangebied tot een interessante vestigingslocatie in het verleden. De geringe hoeveelheid archeologische waarnemingen in de omgeving worden mogelijk veroorzaakt door de aanwezigheid van een plaggendek: archeologische waarden zijn hierdoor niet aan het oppervlak waarneembaar. Dit heeft ook zijn voordeel met betrekking tot archeologische resten: deze zullen goed bewaard zijn en beperkt zijn geroerd door ploegen.In het hele plangebied geldt een middelhoge kans op archeologische resten uit alle archeologische perioden. De archeologische resten vanaf het Mesolithicum komen voor onder het esdek en in de top van de oorspronkelijke C-horizont. Waarden uit het Paleolithicum liggen dieper beneden het maaiveld in of onder de Laag van Usselo. De vondstenlaag is opgenomen onderin het esdek; hier wordt ook wel van ‘cultuurlaag’ gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen het esdek en de ongeroerde ondergrond 1 met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen en houtskool.Archeologische sporen zullen zich bevinden tot ongeveer 25 cm in de top van de C-horizont. De aard van deze sporen en de diepteligging is in deze fase van het onderzoek niet nader te definiëren. Organische resten en bot zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Het complextype en de omvang kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens.Bij de geplande bouwwerkzaamheden zal de bodem tot 50 cm diepte worden verstoord en hierbij zullen archeologische resten die zich onderaan het esdek bevinden verloren gaan.Tijdens het onderzoek zijn archeologische indicatoren zijn aangetroffen (baksteenfragmenten, botfragmenten, houtskool en een roodbakkend geglazuurd aardewerkfragment). Deze zijn afkomstig uit de akkerlaag net onder het esdek en de bovenkant van de C-horizont. Het aardewerkfragment wordt gedateerd op de Nieuwe tijd en is waarschijnlijk gerelateerd aan de ontginning van het gebied in de nieuwe tijdDe indicatoren worden gedateerd op de Nieuwe tijd en hangen samen met een waarschijnlijke ontginning van het gebied in de Nieuwe tijd. ADC ArcheoProjecten adviseert om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het aanleggen van een proefsleuf (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken. De proefsleuf zal ter plekke van de toekomstige bebouwing moeten worden aangelegd. Aanbeveling SCEZ: De nu voorliggende onderzoeksresultaten geven geen aanleiding tot archeologisch vervolgonderzoek. Het is echter niet uit te sluiten dat in de uitvoeringsfase van toekomstige graafwerkzaamheden toch relevante archeologische sporen en vondsten aan het licht komen. Voor dergelijke vondsten bestaat een wettelijke meldingsplicht op grond van artikel 53 van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. Om er voor te zorgen dat aan deze wettelijke plicht wordt voldaan bij het eventueel aantreffen van sporen en/of vondsten tijdens de uitvoering van toekomstige werkzaamheden, verzoek ik u om navolgende tekst in eventuele bouw- of aanlegvergunningen op te nemen:Gezien de resultaten van het uitgevoerde inventariserend archeologisch onderzoek is er de kans aanwezig dat archeologische sporen en vondsten in de bodem aanwezig zijn en dat deze in de uitvoeringsfase van toekomstige werkzaamheden aan het licht komen. Voor dergelijke vondsten bestaat een wettelijke meldingsplicht ex. artikel 53 van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. Bij graafwerkzaamheden dient men dan ook attent te zijn op eventuele vondsten. Opdrachtgever verplicht de aannemers om attent te zijn op eventuele vondsten en/of sporen tijdens de werkzaamheden en verplicht hen archeologische vondsten onverwijld te melden bij de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) te Middelburg, tel: 0118- 670870.