Vanaf augustus 2013 tot en met september 2014 heeft team archeologie van de gemeente Arnhem, cluster Beleid en Regie, afdeling Ruimte B, een archeologische begeleiding uitgevoerd van de saneringswerkzaamheden op het terrein van de voormalige gemeentelijke gasfabriek. De begeleiding heeft plaatsgevonden in opdracht van de gemeente Arnhem.Het onderzoek bestond uit twee onderdelen, namelijk een archeologische begeleiding van de saneringswerkzaamheden en een onderzoek naar de archieven van de gasfabriek. Het doel van de beide onderzoeken was om de ontwikkeling van de gasfabriek door de tijd heen in kaart te brengen.Het archeologische onderzoek heeft een grote hoeveelheid informatie opgeleverd. In totaal zijn 21 structuren van de gasfabriek ingemeten, gefotografeerd en beschreven en er zijn 8000 vondsten verzameld. Daarnaast is inzicht verkregen in de bodemopbouw en het menselijk handelen om het terrein geschikt te maken voor bebouwing.In het archief zijn circa 500 dozen met archiefstukken van de gasfabriek aangetroffen. Hieruit zijn de jaarverslagen, bestekken, bouwtekeningen, kadastrale kaarten, foto’s en plattegronden geselecteerd aan de hand waarvan de ontwikkeling van de gasfabriek is beschreven.Uit het onderzoek is gebleken dat de gasfabriek tussen 1865 en 1914 een periode van grote groei heeft gekend, waarbij tussen 1865 en 1892 een grote hoeveelheid losse aanpassingen aan de fabriek hebben plaatsgevonden die opgevolgd zijn door één grote uitbreiding in 1892. Tussen 1892 en 1914 vinden enkele grote technische veranderingen plaats. Zo krijgt de fabriek vol-generatorovens waarmee het gas op zeer efficiënte wijze geproduceerd kan worden en komt er een watergasinstallatie waarmee pieken in de vraag naar gas opgevangen kunnen worden.Tussen 1914 en 1940 krijgt de fabriek het moeilijk door concurrentie met elektriciteit, kolenschaarste in de Eerste Wereldoorlog en de beurskrach in 1929 met de daaropvolgende economische crisis. Aan het einde van de jaren ‘30 van de 20e eeuw, wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, komt de fabriek deze ontwikkelingen net te boven door zich te richten op verwarming en koken in plaats van verlichting. Tijdens de oorlog wordt de fabriek zwaar beschadigd door een bombardement en door oorlogshandelingen in de laatste oorlogsmaanden. De herbouw van de fabriek duurt tot 1948. Na de oorlog neemt de vraag naar gas zeer sterk toe, maar wil men af van de koleninstallaties. In 1958 wordt een kraakinstallatie opgeleverd waarmee aardgas en olie katalytisch gekraakt kunnen worden om de calorische waarde van kolengas te verkrijgen. Deze installatie zorgt er voor dat in 1960 de koleninstallaties gesloten en gesloopt kunnen worden. In 1965 wordt de hele gasfabriek gesloten wanneer Arnhem overgaat op het gebruik van puur aardgas.De wisselwerking van informatie heeft er voor gezorgd dat zowel het archeologische onderzoek als het archiefonderzoek snel en efficiënt uitgevoerd konden worden. De veelheid aan informatie heeft er voor gezorgd dat de ontwikkeling van de Arnhemse gasfabriek duidelijk in beeld is gekomen.