Op verzoek van de Nederlandse Spoorwegen Railinfrabeheer Managementgroep Betuweroute heeft de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) een Aanvullend Archeologisch Onderzoek (AAO) uitgevoerd in de gemeente Lienden. Object van het onderzoek was een vindplaats (toponiem 'Woonwagenkamp'?) ten noorden van de A15 aan weerszijden van het woonwagenkamp.Deze vindplaats is tijdens een boorcampagne in 1994 ontdekt door de Stichting Regionaal Archeologisch Archiverings Project. De vindplaats ligt in het tracé van de Betuweroute en wordt door de aanleg van het cunet bedreigd.Het doel van het AAO was inzicht te verkrijgen in de omvang, de aard en de kwaliteit van deze vindplaats ten behoeve van een definitieve waardering.Daartoe zijn voor het Romeinse onderzoek twaalf putten aangelegd (tezamen 676 m2). Deze putten zijn op negen plaatsen verdiept voor het prehistorische onderzoek (tezamen 97 m2). In totaal is van de prehistorische vondstlagen 17,36 m2 met de troffel onderzocht en 1,92 m2 met de zeef.De op Woonwagenkamp-Oost aangetroffen vondstlagen zijn te dateren in het Laat-Neolithicum/Vroege Bronstijd en mogelijk de Midden-Bronstijd. Het betreft hier de periferie van woonplaatsen die in de directe nabijheid, net buiten het tracé, liggen. Het vondstmateriaal uit beide vondstniveaus is sterk gefragmenteerd en matig tot redelijk geconserveerd. De vindplaatsen zijn op grond van een hoge archeologische contextwaarde behoudenswaardig.Op Woonwagenkamp-West zijn direct onder de bouwvoor sporen aangetroffen. Het gaat om greppels en kuilen uit de Romeinse tijd. Deze sporen dateren uit het einde van de eerste tot het einde van de tweede eeuw. Het verwachte Romeinse grafveld is niet aangetroffen. De conservering van het vondstmateriaal, inclusief het botmateriaal, is redelijk tot goed. Het archeobotanische onderzoek heeft uitsluitend gemineraliseerde zaden opgeleverd. De vondstlaag is geheel opgenomen in de bouwvoor. De grondssporen zijn verstoord door menselijke activiteiten van recentere datum. De Romeinse vindplaats is niet behoudenswaardig.Verder is er aan deze zijde van het terrein een vindplaats uit de Midden-Bronstijd onderzocht. De aangetroffen paalsporen en grote hoeveelheden verbrande leem wijzen op een mogelijke huisplaats. De kern van deze vermoedelijke huisplaats is circa 45 bij 25 m groot.Het vondstmateriaal van deze nederzetting, inclusief het botmateriaal, is goed geconserveerd en in lichte mate gefragmenteerd. De vindplaats uit de Midden-Bronstijd is behoudenswaardig op grond van gaafheid, conservering en archeologische contextwaarde.
