Het archeologisch bureauonderzoek betreft het plangebied De Schoutenhof, en is gelegen tussen de Hoofdstraat (ter hoogte van de nummers 10-16) en de Eemstraat (ongenummerd, tussen nummer 13 en 15) te Baarn. Dit onderzoek is uitgevoerd door Buro de Brug in opdracht van Aannemingsbedrijf van de Vijzel BV te Amersfoort. De aanleiding tot dit onderzoek is de geplande sloop van de huisnummers 10-16 aan de Hoofdstraat 10, de sloop van een stal/schuur en een (deel van) een garage aan de Eemstraat en de nieuwbouw van 7 woningen op het betreffende perceel. Vijf van de woningen worden gebouwd op de locatie van de gesloopte woningen. Het plangebied ligt binnen de historische kern van Baarn, aan een van de doorgaande wegen die vanaf de kern richting de Eem lopen. De gemeente Baarn heeft geen archeologische waarden- en verwachtingenkaart. Het plangebied ligt echter binnen het AMK-terrein 12260 - historische kern Baarn - en heeft daarom in het bestemmingsplan een dubbelbestemming “waarde - archeologie”. Voor alle bouw- en aanlegactiviteiten groter dan 100m2 en dieper dan 30cm beneden maaiveldt geldt een omgevingsvergunningplicht. Concrete aanwijzingen dat er resten van de historische kern binnen het plangebied voorkomen, zijn niet bekend. Dat heeft er mogelijk mee te maken dat een groot deel van het plangebied al 150 à 180 jaar in gebruik is als tuin en er nimmer is bebouwd. Huisnummer 10 is juist de afgelopen 150 à 180 jaar steeds bebouwd geweest. Vanuit de landschappelijke kennis, kan gesteld worden dat het plangebied gelegen is in een zone met dekzandruggen, en met daarop oude zandontginningen die deel uit maakten van de Baarnsche Engh. Voor deze gronden geldt over het algemeen een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische vondsten en sporen vanaf het Laat-Paleolithicum/Mesolithicum tot en met de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd. Uit het Laat-Paleolithicum/Mesolithicumkunnen jachtkampjes en vooral vuurstenen werktuigen worden verwacht. Uit de periode Neolithicum/Bronstijd tot en met de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd moeten we vooral denken aan nederzettingsterreinen. Voor alle perioden zouden ook resten van graven kunnen worden aangetroffen. Op grond van de geschetste waarden en verwachtingen wordt aanbevolen een verkennend en tegelijk karterend booronderzoek uit te voeren binnen het plangebied, met als beoogd doel: 1. de bodemopbouw nader in beeld te brengen 2. eventuele aanwezigheid van vondsten vast te stellen 3. de verwachting te toetsen. De combinatie is - gelet op de beperkte omvang van het plangebied - het meest efficiënt. Indien de bodem verstoord is, kan het verzamelen van eventueel vondstmateriaal achterwege blijven. Dit kan door een deskundige in het veld ter plekke worden bepaald. Dit advies betreft een selectieadvies. De gemeente dient altijd eerst een selectiebesluit te nemen voor de aanvang van eventuele werkzaamheden.
Date: 26/10/2015 (veldwerk)