Laagland Archeologie heeft in april - mei 2020 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Poeleweg te IJhorst. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de aanleg van nieuwe woningen.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied op een dekzandrug ligt, waarop een plaggendek is aangebracht. Er zijn geen aanwijzingen dat het plangebied grootschalige bodemverstoring heeft gekend en archeologisch onderzoek in een aangrenzend gebied heeft een grotendeels intact bodemprofiel opgeleverd. Op basis hiervan worden in het plangebied met name resten uit de periode Neolithicum tot en met Late Middeleeuwen verwacht (hoge verwachting). Mogelijk is het plangebied vanaf ongeveer Bronstijd tot in de middeleeuwen met veen bedekt geweest. In dat geval geldt voor deze periode een lage verwachting. Voor de voorgaande en navolgende perioden (Neolithicum en Late Middeleeuwen) geldt echter onveranderd een hoge verwachting. Mogelijk ook is het plangebied in de Nieuwe Tijd bewoond geweest, al zijn hiervoor geen aanwijzingen. Dit verwachtingsmodel is getoetst en aangevuld door middel van verkennend booronderzoek. Het verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Het booronderzoek heeft een grotendeels intact bodemprofiel vastgesteld. Er is conform de verwachting sprake van een dekzandrug waarop een plaggendek is opgebracht. In de top van het dekzand onder het plaggendek is sprake van een grotendeels intact bodemprofiel. Er zijn geen aanwijzingen dat het plangebied met veen bedekt is geweest. Op basis daarvan worden resten uit de periode Neolithicum tot en met Nieuwe Tijd verwacht, conform het verwachtingsmodel. Gezien de diepte waarop resten zijn te verwachten, zullen bodemingrepen deze resten aantasten. We adviseren daarom vervolgonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek. Dit advies is overgenomen door de bevoegde overheid, de gemeente Staphorst. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, de heer A. Vissinga (regio-archeoloog).