ADC ArcheoProjecten heeft in september 2013 ten behoeve van het vervangen van een waterleiding langs de Meije een bureauonderzoek. Het plangebied ligt binnen de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk en Nieuwkoop.Op basis van het bureauonderzoek geldt de volgende archeologische verwachting: Oude Rijn stroomgordel - Dammekant en Buitenkerk Op de oeverwallen van de Oude Rijn kunnen archeologische resten voorkomen vanaf het Midden Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd. Deze resten bevinden zich op of in de top van de oeverafzettingen van de Oude Rijn stroomgordel. Deze oeverafzettingen bevinden zich naar verwachting binnen 100 cm –mv. Vooral uit de Romeinse tijd tot en met de Nieuwe tijd worden resten verwacht. Vindplaatsen zullen aanwezig zijn als een archeologische laag. Deze archeologische laag kan bestaan uit een vermenging van onder meer kleine fragmenten aardewerk, houtskool en bot met het oorspronkelijke substraat. Resten vanaf de Middeleeuwen kunnen o.a. bestaan uit funderingsresten, beerputten en ophogingspakketten. De ophogingspakketten zullen zich op de oeverafzettingen van de Oude Rijn bevinden.De oeverwallen van de Oude Rijn zijn plaatselijk afgegraven ten behoeve van de baksteen- en dakpannenindustrie. Mogelijk is hierbij het archeologische niveau verloren gegaan.- Aakpad Voor het Aakpad geldt dezelfde verwachting als voor de Dammekant. Het Aakpad doorkruist echter ook het vermoedelijke tracé van de Romeinse Limes-weg. Mogelijk zijn hier nog resten van aanwezig. Ter plaatse van het tracé is tijdens een booronderzoek (onderzoeksmeldingsnr. 52646) in de bouwvoor Romeins aardewerk aangetroffen (waarnemingsnr. 57928).- Mogelijke verstoringen Het grootste deel van het voorlopige toekomstige tracé komt ter plaatse van reeds bestaande infrastructuur te liggen. Aangenomen wordt dat hier de bodem reeds af- en vergraven is. Eventuele archeologische resten zullen hierbij sterk verstoord of vernietigd zijn. Eén deel komt niet ter plaatse van reeds bestaande infrastructuur. Het betreft het deel van het tracé dat zich bevindt ten oosten van de Buitenkerk (zie afb. 13).De Meije stroomgordel- Kerkweg en de Meije De Meije stroomgordel was eveneens actief vanaf het Neolithicum. Hierop kunnen dus in potentie archeologische resten vanaf het Neolithicum voorkomen. Aangezien De Meije in de Middeleeuwen dienst deed als ontginningslint is de kans op resten vanaf de Vroege Middeleeuwen het grootst. Dit geldt vooral voor de Meije, gezien het ontbreken van historische bebouwing langs de Kerkweg is de kans op resten uit de Middeleeuwen hier klein. Ter hoogte van Hoeve veldzicht (De Meije 5) en mogelijk ook ter plaatse van de Meijehoeve (De Meije 42) bevond zich een middeleeuwse motte.De archeologische resten manifesteren zich mogelijk als een archeologische laag, bestaande uit een vermenging van onder meer kleine fragmenten aardewerk, houtskool en bot met het oorspronkelijke substraat. Resten vanaf de Middeleeuwen kunnen o.a. bestaan uit funderingsresten, beerputten en ophogingspakketten. De ophogingspakketten zullen zich op de oeverafzettingen van de Meije bevinden.- Mogelijke verstoringenEvenals het tracé op de Oude Rijn stroomgordel komt het toekomstige tracé grotendeels ter plaatse van reeds bestaande infrastructuur, waardoor eventuele archeologische resten zullen zijn verstoord of vernietigd. Twee delen komen niet ter plaatse van reeds bestaande infrastructuur. Het betreft het deel van het tracé dat zich bevindt ten zuiden van de Kerkweg (sluit aan op tracé ten oosten van de Buitenkerk dat niet ter plaatse van reeds bestaande infrastructuur komt) en het deel van het tracé ten zuiden van de Meije ter hoogte van de Meije 54 en 62.Kom/veengebied- Meijepad De delen van het plangebied die niet op de Oude Rijn of Meije stroomgordel liggen bevinden zich in kom/ veengebied. Hier geldt een lage verwachting voor het aantreffen van archeologische resten.De conservering van de mogelijke archeologische resten is afhankelijk van de ligging ten opzichte van het hoogste grondwaterpeil. Indien de resten zich boven het hoogste grondwaterpeil bevinden zullen organische resten (zoals bot, hout, leder en textiel) door de boven het hoogste grondwaterpeil heersende relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd.Andere type indicatoren (aardewerk) zijn waarschijnlijk matig goed geconserveerd.Indien de resten zich onder het hoogste grondwaterpeil bevinden zullen de meeste typen archeologische resten (bot, houtskool, aardewerk, metaal) door de natte en zuurstofloze condities goed zijn geconserveerd.- Mogelijke verstoringen Dit deel van het toekomstige tracé komt in zijn geheel ter plaatse van reeds bestaande infrastructuur te liggen. Aangenomen wordt dat hier de bodem reeds af- en vergraven is. Eventuele archeologische resten zullen hierbij sterk verstoord of vernietigd zijn.ADC ArcheoProjecten adviseert om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een verkennend booronderzoek ter plaatse van twee delen van het voorlopige tracé. Deze zijn weergegeven in afb. 13. Het betreft een deel van het voorlopige tracé dat zich bevindt ten oosten van de Buitenkerk en ten zuiden van de Kerkweg, en een deel van het voorlopige tracé ten zuiden van de Meije ter hoogte van de Meije 54 en 62. Deze delen komen niet ter plaatse van reeds bestaande infrastructuur te liggen en bevinden zich op de Oude Rijn en Meije stroomgordel of crevasses. Dit onderzoek heeft als doel het vaststellen van de bodemopbouw en de mate van intactheid. De tracédelen hebben een lengte van 2000 en 160 m. Dit zou neerkomen op totaal 45 boringen (41 + 4).De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een Plan van Aanpak (PvA).Het resterende deel van het tracé kan worden vrijgegeven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet.Indien het uiteindelijke tracé afwijkt van het voorlopige tracé dienen de afwijkende delen nader te worden bekeken teneinde de aardwetenschappelijke en archeologische waarden en de mogelijke verstoringen vast te stellen.
Waterleiding de Meije, gemeenten Bodegaven-Reeuwijk en Nieuwkoop
Een Bureauonderzoek