Geolandschappelijke verkenning op het terrein van het voormalige provinciale gronddepot Oosterzand, nabij Gaarkeuken (gemeente Grootegast, Groningen)

DOI

De onderzoekslocatie Gaarkeuken ligt op het terrein van het voormalige provinciale gronddepot Oosterzand, een depot dat zuidoostelijk lag van de sluizen in het Van Starkenborghkanaal bij Gaarkeuken (west Groningen). Op de onderzoekslocatie komt in de ondiepe ondergrond een veenpakket voor dat ligt op de Pleistocene zandafzettingen. De veenlaag is afgedekt met een dun dek van zeeklei afzettingen. Tijdens de grondwerkzaamheden op het terrein van het depot zijn door de provinciale archeoloog van Groningen oude slootpatronen waargenomen in het veen waarvan het vermoeden was dat zij tot de oudste veenontginningsfase behoorden. Om de vragen te beantwoorden hoe 1) het slotenpatroon en drie dimensionaal uitzag, 2) uit welke tijdperiode de eerste ontginningen dateerde en 3) wat de waterkwaliteit was tijdens de eerste slootontginningsfase, is op 9 april 2010 een kleinschalig paleolandschappelijk proefsleuf onderzoek uitgevoerd door de heren Groenendijk en Vos. Tijdens deze veldopnamen zijn monsters genomen voor paleoecologisch onderzoek aan de veenlaag en aan de afdekkende klei en in de oude slootvulling. Bij het beantwoorden van de vragen is naast het veld- en laboratoriumonderzoek Gaarkeuken ook gebruik gemaakt van de paleolandschappelijke kennis uit het onderzoek Stoobos (Vos & Groenendijk 2005), een onderzoekslocatie die westelijk van Gaarkeuken ligt. Het belang van het onderzoek Gaarkeuken is dat het inzicht geeft in de landschapsgeschiedenis van Zuidelijk Westerkwartier; de onderzoekslocatie is daarom een ‘sleutel site’ in de regionale landschapsreconstructie van Groningen. Uit het paleolandschappelijk onderzoek Gaarkeuken komt naar voren:- dat het hier gaat om een vroeg Middeleeuwse ontginning gaat met veensloten,- dat tijdens de eerste fase van middeleeuwse overstromingen van het veengebied bij Gaarkeuken (vanuit het noordelijk gelegen Lauwerszeesysteem) het veen niet onderwater kwam te staan maar ging drijven,- dat zich in deze eerste fase van verdrinking onder de drijvende veenschollen zich klapklei vormde, en - dat in de daaropvolgende fase, toen het veen zijn drijvende vermogen verloor (eveneens in de periode van de vroege middeleeuwen), er kwelderklei op het veen werd afgezet. Dat is een brakwaterklei die behoort tot de Lauwerszee afzettingen.De afbeeldingen achter in het rapport geven een visuele samenvatting van de locatie, de veldopnamen en de pollenanalyse.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-22n-qw43
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-22n-qw43
Provenance
Creator P.C. Vos; F.P.M. Bunnik; H. Cremer; H.A. Groenendijk
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor B.I. Smit; Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Publication Year 2022
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact B.I. Smit (Cultural Heritage Agency)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/zip
Size 9657589; 23355
Version 1.0
Discipline Earth and Environmental Science; Environmental Research; Geosciences; Humanities; Natural Sciences