In opdracht van Arcadis heeft Archol bv tussen 27 en 29 november 2023 een archeologisch proefsleuvenonderzoek (IVO-p) uitgevoerd gevolgd door een opgraving van ca. 600 m2 binnen het plangebied van het 150kV station te Kelpen-Oler.Het plangebied ligt op het Oudste Dryasterras (terrasniveau 2; 15.000 – 14.650 BP). De terrasrand van dit terras ligt ter hoogte van Baexem, ten noorden van het plangebied. Kenmerkend voor terrasniveau 2 is dat de Maasafzettingen niet aan het oppervlak liggen, maar worden afgedekt met een pakket eolische afzettingen die zijn gevormd onder periglaciale omstandigheden. Als gevolg van het koude klimaat was een schaars begroeid, open toendralandschap ontstaan waarin de wind vrij spel had. Hierdoor zijn met name tijdens het Laat Pleniglaciaal grote hoeveelheden bodemmateriaal door de lucht verplaatst.1 Dit heeft ertoe geleidt dat delen van het pleniglaciale Maasterras (terras 2) met glooiende pakketten zogenaamd dekzand werden bedekt. Plaatselijk is het dekzand vrij dik en is sprake van dekzandruggen.Tijdens het IVO-p is in het noordelijk deel van het (beschikbare) plangebied een crematiegraf aangetroffen met in de directe omgeving enkele paalsporen. In de rest van het terrein zijn geen archeologische sporen aangetroffen. De vondst van het graf heeft aanleiding gegeven voor een opgraving in de direct omgeving waarbij een hoge verwachting voor aanvullende graven bestond. Naast twee paalsporen en de onderkant van een greppel zijn er echter geen archeologische resten aangetroffen.Gezien het ontbreken van vondstmateriaal dateren we de paalsporen in een grote range van prehistorisch tot volle middeleeuwen op basis van de uiterlijke kenmerken van de vulling. Datzelfde geldt voor het restant van de greppel (S6 van de opgraving) die we hebben aangetroffen ten zuid-oosten van het crematiegraf en de twee paalsporen. Er is geen duidelijke associatie aan te wijzen tussen de sporen onderling.