Inleiding Synthegra B.V. heeft in opdracht van XXXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een karterend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Gemeenteweg 199a te Staphorst. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bouw van een nieuw huis achter het huidige huis

De oppervlakte van de toekomstige bodemverstoring bedraagt 3000 m2 met een diepte van maximaal 2 meter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.

Specifieke archeologische verwachting bureauonderzoek Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld.

Het plangebied ligt op een vlakte van verspoelde dekzanden (vervlakt door veen en/of overstromingsmateriaal) met hoge zwarte enkeerdgronden, bestaand uit leemarm tot zwak lemig fijn zand. In dit plangebied wordt er op het dekzand veen verwacht. Gezien de ouderdom van de te verwachte afzettingen kunnen in het plangebied vindplaatsen aanwezig zijn vanaf het laat-paleolithicum tot en met de nieuwe tijd. Bodemgaafheid: op basis van de gegevens is de verwachting dat de originele top van de C-horizont niet meer intact is. Deze is gedurende het Mesolithicum geërodeerd door overstromingsmateriaal. De verwachting is dat de bodem zoals deze sindsdien is gevormd wel intact is.

Voor resten uit het Laat-Paleolithicum en Mesolithicum geldt op basis van het bureauonderzoek een lage verwachting. Hoewel deze resten op basis van de ouderdom van de afzettingen voor kunnen komen, is de verwachting dat de originele top van het dekzand is verspoeld waarna het tijdens periode van vernatting is overgroeid geraakt door het veen. Hierdoor zijn eventuele resten uit deze perioden verloren gegaan, waardoor deze hier niet worden verwacht.

Voor resten uit de periode Neolithicum tot en met de Romeinse Tijd geldt een lage verwachting. Gezien de ouderdom van de afzettingen zouden er resten uit deze perioden aanwezig kunnen zijn. Echter wordt er veen verwacht bovenop het dekzand. Dit veen is ontstaan gedurende het Mesolithicum. Hierdoor heeft er (mogelijk tot aan nu) veen aan de top van de bodem gelegen. Hierdoor is het niet waarschijnlijk dat mensen in dit gebied hebben gewoond.

Voor de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd geldt voor het gebied een zeer hoge verwachting. Het gebied bevindt zich in de historische kern. Daarnaast zijn er in de omgeving van het gebied veel Nieuwe Tijds boerderijen, aangemerkt als monumenten. Verder is er in het gebied al bebouwing bekend vanaf begin 19e eeuw. Dit is gesloopt in 1935, maar mogelijk heeft deze bebouwing hier veel langer gestaan. De bomenrij zal aangeplant worden op de locatie van dit oude gebouw.

Archeologische interpretatie veldonderzoek In bijna het gehele plangebied is de natuurlijke bodem verstoord. Het gaat om een laag welke tot in de C-horizont reikt. De C-horizont bestaat zoals verwacht uit dekzand. In boring 2 is nog wel een laag venig zand aangetroffen, welke verband houdt met de veenvorming in het gebied na de erosie van het dekzand. Deze laag is dus ook verstoord, maar viel op ten opzichte van de rest van het gebied. In boring 3 is nog wel een intact bodemtype aangetroffen. Het betreft een hoge zwarte enkeerdgrond met bodemopbouw esdek-Bs-C.