In opdracht van Dreef Beheer B.V. heeft ADC ArcheoProjecten een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd voor het plangebied Heiligeweg te Krommenie. Voor een nieuwbouwproject op de locatie is een bouwvergunning aangevraagd. Onderdeel van het nieuwbouwproject is een ondergrondse parkeervoorziening op de gehele locatie. De realisatie van het project brengt met zich mee dat de gehele locatie wordt afgegraven waarbij de eventueel aanwezige archeologische waarden worden vernietigd. Het proefsleuvenonderzoek was noodzakelijk om vast te kunnen stellen of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig zijn en wat hiervan de aard, datering, gaafheid en conservering is. Het veldwerk is uitgevoerd van 2 tot en met 5 februari 2010. Namens de opdrachtgever trad ArcheoLogic op als directievoerder van het archeologisch onderzoek en hield toezicht op de uitvoering daarvan.Op verschillende historische kaarten is te zien dat er bebouwing aanwezig is geweest op een deel van het onderzoeksterrein. Reeds op de kaart van J. Dou uit 1683 is bebouwing zichtbaar binnen het huidige plangebied en ook op een detailkaart van het Kaartboek Uitwaterende Sluizen van Kennemerland en West-Friesland uit 1745 is deze bebouwing te zien. Wanneer de bewoning in het onderzoeksgebied precies aanvangt is niet bekend, maar op basis van het historisch kaartmateriaal blijkt de bewoning in ieder geval terug te gaan tot 1683.Tijdens het inventariserend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven zijn twee werkputten aangelegd. Hierbij zijn veel sporen van bewoning en bebouwing aangetroffen uit de 17e tot en met 19e eeuw. Op basis van de keramiek- en tegelvondsten kan de vroegste bewoning in het onderzoeksgebied met zekerheid in het eerste of tweede kwart van de 17e eeuw gedateerd worden. De sporen bestaan met name uit (water)kelders, muren en funderingen, houten palen, poeren, waterputten en uitbraaksporen. Mogelijk kunnen op basis van het voorkomen van de verschillende (water)kelders en uitbraaksporen die aan voormalige kelders worden toegeschreven, verschillende erven worden onderscheiden. Het archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat binnen het plangebied sprake is geweest van bewoning en bebouwing vanaf de eerste helft van de 17e eeuw. Verspreid over het gehele onderzoeksterrein zijn (water)kelders, muren en funderingen, poeren, houten palen, waterputten en uitbraaksporen gevonden van bewoning en bebouwing uit de 17e tot en met 19e eeuw. Door de goede conservering van zowel de sporen als de anorganische en organische vondsten en omdat de vindplaats ruimtelijk goed bewaard is gebleven, kan een uitgebreid specialistisch onderzoek naar de 17e- en 18e- eeuwse bewoning in het plangebied aan de Heiligeweg worden uitgevoerd. Op basis van zowel de fysieke als de inhoudelijke kwaliteit is sprake van een behoudenswaardige vindplaats. ADC ArcheoProjecten adviseert de bevoegde overheid om deze behoudenswaardige vindplaats in situ te behouden. Indien behoud in situ niet mogelijk is, dient de informatie van de vindplaats ex situ bewaard te blijven door middel van een vlakdekkende opgraving. Dit om informatie te behouden die van belang is voor onze kennisvorming van het verleden.