Econsultancy heeft een proefsleuvenonderzoek (IVO-P) uitgevoerd voor de Pletsstraat 18 te Bunde in de gemeente Meerssen. Het plangebied zal worden herontwikkeld, waarbij een nieuwe supermarkt, winkels, woningen en een parkeerplaats zullen worden gerealiseerd. Het archeologisch onderzoek wordt noodzakelijk geacht om te bepalen of er een gerede kans is dat archeologische waarden wel of niet aanwezig (kunnen) zijn in de ondergrond, die door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast/verloren kunnen gaan. Daarom is het binnen het kader van de Wet op de Archeologische MonumentenZorg uit 2007 (WAMZ), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992, verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren.Doel van het proefsleuvenonderzoek is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting zoals vermeld in het bureau- en booronderzoek. Het gaat om gebied- of vindplaatsgericht onderzoek. Het proefsleuvenonderzoek gebeurt door middel van waarnemingen in het veld, waarbij (extra) informatie wordt verkregen over bekende en/of verwachte archeologische waarden binnen een onderzoeksgebied. Dit omvat de aan- of afwezigheid, de aard, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden.Het resultaat van een proefsleuvenonderzoek is een rapport met een waardering en een inhoudelijk (selectie-)advies (buiten normen van tijd en geld), aan de hand waarvan een beleidsbeslissing (een selectiebesluit) kan worden genomen. Dit betekent dat de veldactiviteiten uitgevoerd worden tot het niveau waarop deze beslissing gefundeerd genomen kan worden, dat wil zeggen dat de archeologische waarden van het terrein/vindplaats in voldoende mate zijn vastgesteld.Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel De archeologische verwachting voor de periodes Paleolithicum tot en met de IJzertijd is middelhoog. De archeologische verwachting voor de Romeinse tijd tot en met de Nieuwe tijd is hoog.Gevolgde onderzoeksmethode Voor aanvang van net proefsleuvenonderzoek is een Nota van Wijziging Programma van Eisen Pletsstraat 18 te Bunde in de gemeente Meerssen (PvE nr. 5329.001) opgesteld vanwege de noodzaak de onderzoeksstrategie aan te passen. Conform de oorspronkelijke onderzoeksstrategie dienden vijf proefsleuven van 20 bij 4 meter en een proefsleuf van 25 bij 4 meter aangelegd te worden. Daarnaast diende de sanering van twee vervuilde locaties archeologisch begeleid te worden met een totale oppervlakte van circa 150 m2. Omdat bij de voorbereiding bleek dat de saneringen reeds in een eerder stadium waren uitgevoerd, moest dit deel van het onderzoek gecompenseerd worden met twee extra proefsleuven van 20 bij 4 meter. Hierdoor kwam het totale door proefsleuven te onderzoeken oppervlak op 660 m2. Ten tweede diende het veldwerk in twee fasen te worden uitgevoerd vanwege de aanwezigheid van een korrelmixdepot in het plangebied dat in de loop van het onderzoek nog verplaatst diende te worden.Tijdens het veldwerk is verder op kleine punten, na overleg met de adviseur van de bevoegde overheid (gemeente Meerssen), afgeweken van de methodiek zoals beschreven in het Programma van Eisen. Deze afwijkingen bestonden uit de gedeeltelijke verplaatsing van proefsleuven als gevolg van de terreingesteldheid. Dit laatste betrof de aanwezigheid van kabels en leidingen en tevens wateroverlast (met water verzadigde bovengrond) in het westelijke deel van het plangebied, tegen het Sint Agnesplein aan, en de aanwezigheid van nog een deel van het korrelmixdepot in het centrale deel van het plangebied tijdens de eindfase van het veldwerk.Resultaten Proefsleuvenonderzoek In het onderzoeksgebied zijn in totaal tien sporen gedocumenteerd. Een spoor aan de Pletsstraat, in het westelijke deel van het plangebied, betrof een (sub)recente verstoring. Vier sporen betroffen kuilen. Vijf sporen betroffen complete dierbegravingen van runderen.De dierbegravingen lijken uit de Nieuwe tijd, (sub)recente tijd te dateren, hoewel bij het couperen van een van de dierbegravingen een fragment steengoed uit de Late-Middeleeuwen B (circa 1400-1500 na Chr.) is aangetroffen. Waarschijnlijk is dit fragment steengoed door post-depositionele processen in de dierbegraving terecht gekomen. In de overige kuilen is aardewerk aangetroffen, naast natuursteen en dierlijk botmateriaal, dat gedateerd kan worden in de periode lopende vanaf de Volle-Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd (circa 1200-1900 na Chr.). Als gevolg worden de kuilen veeleer in verband gebracht met verstoringen/het vergraven van de bodem, en niet met bijvoorbeeld afvalkuilen behorende bij een nederzettingscomplex uit een van de genoemde perioden.In hoofdlijnen bestond de bodemopbouw in het plangebied uit een bouwvoor, op een (sub)recent geroerde leemlaag, op colluvium (matig zandige, bruingele leem, met horizontale zandige laagjes). In westelijke deel van het plangebied waren binnen het colluvium ook horizontale grindsnoertjes aanwezig, die ook lateraal verspoeld lijken te zijn. De in het veld waargenomen bodemopbouw wijkt af van de tijdens het bureauonderzoek vastgestelde bodemopbouw, namelijk “kalkloze ooivaaggronden; lichte zavel” in rivierkleigronden.Selectieadvies Volgens de waardering op KNA, versie 4.0 (07-06-2016), voorgeschreven wijze krijgt de site een lage waardering en is niet behoudenswaardig. Het selectieadvies is daarom dan ook om het plangebied vrij te geven voor verdere ontwikkeling en is vervolgonderzoek niet noodzakelijk. Het definitieve selectiebesluit zal worden genomen door de bevoegde overheid, de gemeente Meerssen.