Uit het booronderzoek blijkt dat in het gehele plangebied een esdek aanwezig is met een dikte van 60 tot 155 cm en dat bestaat uit meerdere fasen. Aan de noordwestzijde van het plangebied ligt een (deels) intact podzolprofiel onder het esdek. In de rest van het plangebied ligt tussen het esdek en de schone dekzandafzettingen een menglaag of een akkerlaag en is het oorspronkelijke podzolprofiel verdwenen. Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen in de dekzandafzettingen. Doordat vindplaatsen in het Brabants dekzandgebiedvaak worden gekenmerkt door vondstarme grondsporenniveaus, is dit echter geen directe aanwijzing voor het ontbreken van vindplaatsen.De bodemopbouw uit dit onderzoek komt echter overeen met dat uit het eerder genoemde proefsleuvenonderzoek in de directe omgeving. Aangezien bij dat onderzoek is geconcludeerd dat geen archeologische waarden aanwezig zijn, adviseert Bureau voor Archeologie het plangebied vrij te geven voor toekomstige ontwikkeling.