In opdracht van Projectbureau ViA15 heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in 2009 en in 2012 een archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek uitgevoerd in verband met de voorbereidingen op de doortrekking van de Rijksweg A15/A12.1 Doel van deze vooronderzoeken was om een feitelijk beeld te verschaffen van de reeds bekende en de te verwachten archeolo gische en cultuurhistorische resten in een zone rondom het (referentie) Ruimtebeslag (fi guur 1). Uit deze bureauonderzoeken is naar voren gekomen dat de resten zich op meerdere locaties nabij bestaande snelwegen of binnen het Ruimtebeslag voor de doortrekking A15/A12 bevinden. Het merendeel van de bekende vindplaatsen betreft echter archeologische resten (of com plexen)2 zonder status. Dit wil zeggen dat deze over het algemeen (nog) niet kwalitatief/inhou delijk gewaardeerd zijn. Om verdere waarderingsstrategieën mogelijk te maken, is in de meeste gevallen echter te weinig relevante informatie (aard, ruimtelijke verbreiding, context) voorhan den. Verder gaat naar verwachting nog een onbekend deel van de archeologische resten schuil onder de oppervlakte. Tot op het moment dat er systematisch archeologisch prospectieonder zoek naar heeft plaatsgevonden, weten we in feite niets af van het bestaan noch de waarde van dit ‘onbekende’ bodemarchief.Hoofddoel van vooronderzoek in het kader van archeologische monumentenzorg (AMZ) is om tot een definitieve waardestelling van het bedreigde deel van het archeologisch bodemarchief3 te komen (zie figuur 2). Deze waardestelling vormt de inhoudelijke basis voor een beslissing door de bevoegde overheid ten aanzien van de archeologische resten:4 beschermen, opgraven of verloren laten gaan