In opdracht van de gemeente Maassluis is van 26 juni tot en met 11 juli 2019 een Opgraving - variant Archeologische Begeleiding uitgevoerd van de civieltechnische werkzaamheden ten behoeve van de vervanging van de riolering in de Lavendelstraat in Maassluis, gemeente Maassluis.Binnen het tracé van de te plaatsen riolering zijn nagenoeg geen sporen aangetroffen. Tijdens het onderzoek zijn veel profielkolommen gedocumenteerd, waardoor de bodemopbouw goed geïnterpreteerd kan worden. Met name de vegetatiehorizont (S9004) is door bijna het gehele plangebied te volgen. Deze bevindt zich boven het pakket geul- en beddingafzettingen dat als rest van een krekenstelsel geïnterpreteerd wordt. De vegetatiehorizont stijgt iets richting het zuiden, maar stijgt vooral richting het oosten. Dit zou erop kunnen wijzen dat eventuele (kreek)ruggen verder naar het oosten te verwachten zijn. De verwachting op nederzettingssporen en vondsten uit de Late IJzertijd tot en met Midden Romeinse tijd moet daarom bijgesteld worden. Deze worden namelijk vooral verwacht op oeverafzettingen, ofwel hogere delen in het landschap zoals de (kreek)ruggen.Het is mogelijk dat de greppel S2 en de dierbegraving S3, welke in het noordoosten van het plangebied (WP2) zijn aangetroffen, een datering in de Romeinse tijd hebben. Door het ontbreken van daterend vondstmateriaal is dit alleen niet met zekerheid vast te stellen. Op basis van de lengte van de botten van het rund, lijkt het wel duidelijk dat dit geen rund uit de IJzertijd kan zijn. De eventuele vindplaats waar deze sporen deel van uit maken is dan meer naar het oosten, onder het sportveld, gelegen.De perceleringsgreppel S1 heeft een noordoost-zuidwestrichting en in de bovenste vulling is 17e- tot 18e-eeuws vondstmateriaal gevonden. Doordat dit materiaal zich in de bovenste vulling bevindt, is dit een aanwijzing dat de greppel een oudere oorsprong heeft. In de onderste vulling is geen vondstmateriaal aangetroffen, waardoor het spoor niet nauwkeuriger te dateren is.