In opdracht van Joosten architecten heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau op 7 juli 2015 een inventariserend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd in verband met de geplande nieuwbouw van tien woningen in de gemeente Lingewaard.Op basis van het booronderzoek dat in het plangebied is uitgevoerd, was geconcludeerd dat het onderzoeksgebied op een rivierduin ligt. Deze conclusie komt overeen met de waarnemingen die tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn gedaan. Het middeleeuwse aardewerk dat is aangetroffen tijdens het booronderzoek, komt qua datering overeen met de vondsten die zijn gedaan tijdens het huidige onderzoek. Het proefsleuvenonderzoek heeft (paal)kuilen en een greppel opgeleverd, die waarschijnlijk duiden op bewoning van het terrein. Op basis van het vondstmateriaal, met name de twee aardewerkfragmenten, wordt de vindplaats vooralsnog in de Vroege Middeleeuwen geplaatst. Het is echter niet uit te sluiten dat het laatmiddeleeuwse sporen betreft. De middeleeuwse vindplaats wordt behoudenswaardig geacht.Ter plaatse van bouwblok 1 (zuidwestzijde; proefsleuf 2) is een ophogingspakket uit de Nieuwe tijd aanwezig. Het archeologische niveau bevindt zich op circa 1 m -Mv. Indien in dit zuidwestelijke deel van het plangebied niet dieper ontgraven wordt dan 80 cm -Mv en een archeologievriendelijk palenplan wordt toegepast, kan hier de vindplaats in situ behouden blijven. Indien niet aan deze eisen voldaan kan worden, is hier een opgraving op basis van een door de bevoegde overheid goedgekeurd Programma van Eisen nodig.Ter plaatse van bouwblok 2 (oostzijde; proefsleuf 1) zijn de archeologische resten op circa 0,5 m -Mv aangetroffen. Indien in dit oostelijke deel van het plangebied niet dieper ontgraven wordt dan 30 cm -Mv en een archeologie-vriendelijk palenplan wordt toegepast, kan hier de vindplaats in situ behouden blijven. Omdat niet aan deze eisen voldaan zal kunnen worden, zal hier een opgraving op basis van een door de bevoegde overheid goedgekeurd Programma van Eisen uitgevoerd moeten worden.