Bij de archeologische begeleiding bij nieuw- en verbouw van Nieuwe Kijk in ‘t Jatstraat 103 zijn in het esdek, dat op de top van het dekzand ligt, vondsten uit de periode Romeinse tijd tot late middeleeuwen gedaan. Deze vondsten bestaan uit aardewerkscherven. Door middel van boringen is tevens geconstateerd dat er zich mogelijk grondsporen onder het esdek bevinden, die ouder zijn dan het esdek zelf. De kans lijkt daarmee zeer groot dat er zich op of rond het onderzoeksgebied een nederzetting bevindt met bewoningssporen uit meerdere perioden. Door de geringe ontgravingsdiepte kon geen vlak in de top van de ongeroerde grond aangelegd worden, om de sporen onder het esdek nader te duiden. Wel geven deze resultaten een indicatie van de intensiteit van de bewoning op de Hondsrug voorafgaand aan de wording van de middeleeuwse stad Groningen. De overige sporen en structuren die zijn gevonden zijn toe te schrijven aan een boerenbedrijf dat vanaf de late 18e eeuw tot 1964 hier gevestigd was. Evidente sporen van het gebruik van het terrein tussen de vroege middeleeuwen en moderne tijd zijn niet aangetroffen, met uitzondering van het middeleeuwse esdek en een hierop liggende laag tuinaarde. Waarschijnlijk is het perceel vanaf de late middeleeuwen als bouwland en later als (moes)tuin in gebruik geweest.